de vezel die de laagste temperatuur vereist. (Bijvoorbeeld voor een stof die 60% polyester en 40% katoen bevat dient U de bijbehorende temperatuur voor polyester te kiezen).
Droog strijken:
-Het apparaat beschikt over een knop voor stoomregeling. Als deze op 0 wordt gezet, kan men droog strijken (zonder stoom).
Strijken met stoom:
-Het is mogelijk met stoom te strijken als het reservoir water bevat en de gekozen temperatuur geschikt is.
Spray:
-De spray kan zowel bij droog strijken als bij strijken met stoom worden gebruikt.
-Druk op de waterverstuiver om water op de kleding te spuiten.
-De eerste keer moet u verschillende malen op de verstuiver drukken voordat deze werkt.
Stoomstoot:
-De functie levert een grote hoeveelheid stoom voor moeilijke kreukels.
-Druk op de knop voor de stoomstoot. Wacht een paar seconden tot de stoom in de vezels van het kledingstuk dringt voordat u opnieuw drukt. Voor de beste kwaliteit deze stoomstoot niet meer dan drie maal achtereen gebruiken.
-De eerste keer moet u verschillende malen op de verstuiver drukken voordat deze werkt.
Verticaal strijken:
Het is mogelijk om opgehangen gordijnen of kledingstukken op een kledinghanger, etc. te
strijken. Dit kunt U als volgt doen:
-Kies de gewenste strijktemperatuur door de thermostaatknop van het strijkijzer met de klok mee te draaien.
-Haal het strijkijzer van boven naar beneden langs het te strijken stuk. Druk hierbij op de stoomknop . Belangrijk: voor katoen en linnen is het aan te raden de strijkzool op de stof te houden. Voor andere fijnere textielen raden wij aan de strijkzool enkele centimeters van de stof verwijderd te houden.
Na gebruik van het apparaat:
-Kies de laagste stand (MIN) van de thermostaatknop.
-Verwijder het water uit het reservoir.
Reiniging
-Trek de stekker van het apparaat uit en laat het afkoelen alvorens het te reinigen.
-Maak het elektrische gedeelte en het koppelstuk eerst schoon met een vochtige doek en laat deze daarna goed drogen. DE DELEN NOOIT IN WATER OF EEN ANDERE VLOEISTOF ONDERDOMPELEN.
-Gebruik geen oplosmiddelen of producten met een zure of basisch ph, zoals bleekwater, noch schuurmiddelen, om het apparaat schoon te maken.
-Dompel het apparaat niet onder in water of een andere vloeistof en houd het niet onder de kraan.
-Indien het apparaat niet goed onderhouden wordt, kan dit zorgen voor beschadiging van het oppervlak en kan dit de levensduur van het apparaat onverbiddelijk aantasten en tot