52
NEDERLANDS
(2) Achterpaneel
$0 LINE 2, 4, 6, 7, 8-ingangen
•Deze stereoparen niet-gebalanceerde RCA-
aansluitingen zijn ingangen voor een lijnniveau-
apparaat.
$1
PHONO 1, 2, 3 / LINE 1, 3, 5-ingangen
•Deze stereoparen niet-gebalanceerde RCA-
aansluitingen zijn ingangen voor een Phono-
stage (RIAA) voor magnetische elementen
(MM) of een Line-stage geschikt voor elk
apparaat, bijvoorbeeld een CD-speler.
$2
PHONO1, 2, 3 / LINE1, 3, 5
-
schakelaars
Deze schakelaars veranderen de ingang van
phono in lijnniveau.
Deze schakelaar stelt een lijnniveau-ingang in
wanneer geen draaitafel is aangesloten.
$3 Phono-aardingsschroef (GND)
Met deze schroef kan de aardingsdraad van een
draaitafel worden verbonden.
Deze aansluiting dient alleen voor de aarding
van een draaitafel en is geen veiligheidsaarding.
$4 AUX MIC-ingangsaansluiting
Accepteert een gebalanceerde microfoon met
1/4” TRS mono-aansluiting.
Pintoewijzing: Punt=Hot Ring=Cold Huls=GND
$5 MAIN MIC ingangconnector
Neutrik combo-aansluiting.
Accepteert een gebalanceerde microfoon met
een XLR-connector of een hiet-gebalanceerde
microfoon met 1/4” TS mono-aansluiting.
Pintoewijzing:
XLR: 1. GND 2. Hot 3. Cold
$6 Onderhoudsconnector
OPMERKING:
Deze connector is enkel bedoeld voor het
updaten van de firmware. Sluit hier geen
apparatuur op aan, aangezien dit schade kan
veroorzaken.
$7 LINE 2, 4, 6, 8 FADER-uitgangen
Sluit deze pluggen aan op de FADER-ingangen
van DN-S3500, DN-S5000, DN-D4500 etc. via
de 3,5 mm ministereokabel.
$8 SEND / RETURN-aansluitingen
•Via deze 1/4” TS mono-aansluitingen kan het
programmasignaal extern worden verwerkt.
•Wanneer u een mono effectenprocessor
aansluit, gebruik dan de Lch-in- en uitgang.
$9
DIGITAL OUT (COAXIAL) -aansluiting
Deze RCA-aansluiting levert digitale
uitgangsgegevens. Het signaal wordt niet
beïnvloed door de MASTER LEVEL-regelaar.
•Wij raden het gebruik van een RCA-kabel van
75/ohm aan voor een optimale digitale
overdracht. (verkrijgbaar in elke audio-
/videozaak)
%0 REC OUT-aansluitingen
Dit stereopaar RCA-aansluitingen zorgt voor een
lijnniveau-uitgang. Het signaal wordt niet
beïnvloed door de MASTER LEVEL-regelaar.
%1 BOOTH OUT-aansluitingen
Deze set van RCA-stereoaansluitingen biedt een
niet-gebalanceerd uitgangsniveau met
onafhankelijke BOOTH LEVEL-regelaar op het
bovenste paneel.
%2 MASTER OUT (UNBALANCED) -
aansluitingen
Dit stereopaar RCA-aansluitingen zorgt voor een
niet-gebalanceerde lijnniveau-uitgang.
•Sluit deze aansluitingen aan op de niet-
gebalanceerde analoge aansluitingen van een
versterker of console.
%3 LEVEL ATT
(Master out-niveaudemper)
•Voor het dempen van het MASTER-
uitgangsniveau. (–~ 0 dB)
Referentie is 0 dB.
%4 MASTER OUT (BALANCED)
aansluitingen
Deze XLR-aansluitingen zorgen voor een
gebalanceerde lijnniveau-uitgang.
Sluit deze aansluitingen aan op de
gebalanceerde analoge ingangen van een
versterker of console.
Pintoewijzing: 1. GND 2. Hot 3. Cold
Bruikbare connector:
Cannon XLR-3-31 of gelijkwaardig.
OPMERKING:
Maak geen kortsluiting tussen de hot- of cold-
pin en de GND-pin.
%5 MASTER MONO OUT ON/OFF -
schakelaar
•Wanneer de schakelaar aan is, wordt er een
gemengd L- en R-signaal door de MASTER
uitgang (OUT) gegeven (zowel
GEBALANCEERD als NIET-GEBALANCEERD).
(3) Display
%6
Crossfader A-toewijzingsindicatoren
Deze indicator geeft de kanalen weer van het
toegewezen kanaal naar crossfader A.
%7 Preset-modusindicatoren
%8 Sampler-modusindicatoren
SAMP.:
Het sampler-geluid wordt opgenomen.
LOOP:
Afspelen van de sampler in lusmodus (Loop).
REV.:
Omgekeerd (reverse) afspelen van sampler.
%9 Tekendisplay
Geeft diverse informatie weer.
[ 1 ] : CH-1 indicator
[ 2 ] : CH-2 indicator
[ 3 ] : CH-3 indicator
[ 4 ] : CH-4 indicator
Het aantal toegewezen ingangsbronnen wordt
weergegeven op het display onder deze
indicator.
^0 Effecttoewijzingsindicatoren
•De geselecteerde effector-bron wordt hier
weergegeven.
^1 C
rossfader B-toewijzingsindicatoren
Deze indicator geeft de kanalen weer van het
toegewezen kanaal naar crossfader B.
^2 Weergave effector BPM
Hier wordt de BPM van de toegewezen bron
weergegeven.
^3 BPM-modusindicatoren
AUTO:
Deze indicator is verlicht wanneer de BPM-
modus AUTO BPM is.
Deze indicator knippert wanneer de AUTO BPM
vergrendeld (locked) is.
MANUAL:
Deze indicator is verlicht wanneer de BPM-
modus op handmatige BPM-ingang staat. U
kunt de gewenste BPM invoeren via de MODE
PARAMETER-knop.
^4 Cue-knopindicatoren
De kanalen van de geselecteerde CUE worden
weergegeven
^5 Cue BPM-weergave (Auto-teller)
Hier wordt de BPM van het geselecteerde
kanaal weergegeven.
OPMERKING:
De BPM wordt niet weergegeven wanneer er 2
of meer kanalen zijn geselecteerd.