
Nederlands
VOOR HET GEBRUIK
1.Gereedmaken en kontroleren van de werkplaats Kontroleer of de werkplaats geschikt is door nauwkeurig de genormde voorzorgsmaatregelen op te volgen.
BEDIENING
1.Kontroleer de stand van de boorkap (Zie Afb. 5) De drie functies, schroevendraaier, boor en klopboor,
kunnen worden ingesteld via de stand van de kap van de machine.
(1)Wanneer u deze machine als schroevendraaier gebruikt, dient u één van de nummers „1, 3, 5 … 22” op de kap, of één van de zwarte stippen, in lijn te brengen met de driehoek op de behuizing.
(2)Bij gebruik van deze machine als boor plaatst u de
” op de kap tegenover het driehoekje op de machine.
(3)Voor gebruik als klopboormoet u de “” hamer markering op de kap in lijn brengen met het driehoekje op de behuizing van de machine.
LET OP
De kap kan niet worden ingesteld tussen de nummers „1, 3, 5 … 22” of de zwarte stippen.
Gebruik de machine niet met de kap tussen „22” en de zwarte lijn midden op het boorteken. Dit kan resulteren in beschadiging (Zie Afb. 6).
2.Afstelling van het aantrekkoppel
(1) Aantrekkoppel
Instelling van het aantrekkoppel van de boor dient te gebeuren op basis van de schroefdiameter. Wan neer teveel kracht bij het aandraaien gebruikt wordt, zal de schroef beschadigd en misschien onbruikbaar worden. Plaats de boorkap in een stand die overeenkomt met het soort schroef in gebruik.
(2) Aanduiding van het aantrekkoppel
Het aantrekkoppel verschilt afhankelijk van het type schroef en het soort materiaal dat wordt vastgezet. De nummers „1, 3, 5 … 22” en de zwarte stippen op de kap geven de aandraaikracht aan. Het aantrekkoppel bij stand „1” is het kleinst en het koppel is groter naarmate het nummer oploopt (Zie Afb. 5).
(3) Afstellen van het aantrekkoppel
Verdraai de kap en breng de nummers „1, 3, 5 … 22” of de zwarte stippen in lijn met de driehoek op de behuizing. Draai de kap in de richting van een zwakker of sterker aantrekkoppel overeenkomstig het koppel dat u nodig heeft.
LET OP
Het kan voorkomen dat de motor stopt wanneer het apparaat als een boor gebruikt wordt. Zorg ervoor dat de
Wanneer te lang gedraaid wordt kan de schroef
breken.
3.Wisseling van rotatie naar impakt en uitsluitend rotatie (Zie Afb. 5)
U kunt van „Rotation (uitsluitend rotatie)” naar „Impact (impakt + rotatie)” schakelen door de
boormarkering „” of de hamermarkering „
” in lijn te brengen met de driehoek markering op de
machine.
Voor het boren van gaten in metaal, hout of plastic, moet u „Rotation (uitsluitend rotatie)” gebruiken.
Voor het boren van gaten in steen of beton, moet u „Impact (impakt + rotatie)” gebruiken.
VOORZICHTIG
Indien „Impact” is ingesteld voor het boren dat normaliter met „Rotation” wordt uitgevoerd, zal de kracht van het boren sterker zijn maar wordt het boorstuk of andere delen mogelijk beschadigd.
4.Veranderen van de draaisnelheid
Gebruik de toerenschakelaar om de draaisnelheid te veranderen. Druk op de vergrendeltoets en schuif de toerenschakelaar in de richting van de pijl (Zie Afb. 7 en 8). Door de toerenschakelaar op “LOW’’ te zetten, draait de boor met lage snelheid. Wanneer de toets “HIGH’’ gezet wordt, draait de boor op
hoge snelheid.
LET OP
Voor u het toerental wijzigt met de toerenschakelaar moet u controleren of de schakelaar uit staat. De motor wordt beschadigd wanneer de draais nelheid veranderd wordt tijdens het draaien van de motor.
Wanneer de knop op „HIGH” (hoge snelheid) gezet wordt en de kap tussen „17” en „22” staat, is het mogelijk dat de koppeling niet aangrijpt en dat de motor niet loopt. Zet in dat geval de toerenschakelaar op „LOW” (laag toerental).
Schakel de netspanning onmiddelijk uit wanneer de motor vast loopt. Dit om te voorkomen dat de motor of accu beschadigd wordt.
5.Manieren en suggesties voor gebruik
Tabel 4 geeft een overzicht van de diverse werkzaamheden die met dit apparaat kunnen worden uitgevoerd op basis van de mechanische eigenschappen van dit gereedschap.
|
| Tabel 4 | |
| Werk | Suggesties | |
| Steen |
| |
Boren | Hout | Gebruik een boor en dopsleutel die met de diameter van de | |
Staal | schroef overeenkomen. | ||
| |||
| Aluminium |
| |
Drijven | Kolomschroef | Bohrespitze of Hülse dem Schraubendurchschnitt verwnden. | |
Houtschroef | Gebruik na het voorboren van gat. | ||
| |||
|
|
|
46