1Verschijnt wanneer de bedieningsschakelaar
op “ ” staat .............................................. | blz. 12 |
2• : Verschijnt wanneer
| in werking is .................................. | blz. 16 |
• | : Verschijnt wanneer “GAIN UP” op | |
| “AUTO” staat en de sluitertijd | blz. 22 |
| automatisch wordt geregeld ......... |
3Verschijnt wanneer de witbalans
wordt ingesteld .......................................... | blz. 20 |
4• “” : Verschijnt wanneer de belichting
|
| wordt ingesteld ............................. | blz. 19 |
• |
| : Verschijnt wanneer er |
|
|
| ||
|
| tegenlichtcompensatie gebruikt | blz. 19 |
|
| wordt ............................................. |
5 Toont het gekozen Programma AE | blz. 16 |
met speciale effecten ................................ | |
6 Verschijnt wanneer het diafragma is | blz. 20 |
vergrendeld ............................................... | |
7 • SOUND: Toont de geluidsfunctie |
|
gedurende ongeveer 5 seconden na | blz. 21 |
het inschakelen van de camcorder .......... | |
• BRIGHT: Toont de helderheid van de | blz. 11 |
8Verschijnt wanneer de beeldstabilisator
(“DIS”) is geactiveerd ................................ | blz. 22 |
9 Zoombereik bij benadering: | blz. 12 |
Verschijnt tijdens het zoomen .................... | |
0 Verschijnt tijdens het zoomen | blz. 12 |
! Toont het gekozen | blz. 17 |
@ Verschijnt in de Squeeze, Cinema ............ | blz. 22 |
#Toont de ingestelde opnamesnelheid
(SP of LP) .................................................. | blz. 10 |
$ Toont de resterende bandtijd ..................... | blz. 11 |
% Draait wanneer de band wordt | blz. 11 |
getransporteerd ......................................... | |
^ • “REC” verschijnt bij het opnemen |
|
• “PAUSE” verschijnt in de opname- | blz. 11 |
standbyfunctie ......................................... | |
• PHOTO: Verschijnt bij opname van | blz. 18 |
een snapshot ........................................... |
&Verschijnt wanneer de
(6w) is ingeschakeld ................................ | blz. 29 |
*Verschijnt wanneer de windschermfunctie
is geactiveerd om de door de wind |
|
|
veroorzaakte ruis te verminderen .............. | blz. 22 | |
( Toont de resterende accuspanning. | .......... blz. | 44 |
) Toont de datum/tijd ........................ | blz. 10, 23, | 25 |
qVerschijnt wanneer de scherpstelling
handmatig wordt ingesteld .................. | blz. 18, 19 |
w Laat de tijdcode zien ........................... | blz. 13, 24 |
e Toont de geluidsfunctie ....................... | blz. 24, 25 |
r Toont de functie voor het | blz. 14 |
opzoeken van blanco stukken ................... | |
t Toont de bandsnelheid .............................. | blz. 10 |
yVerschijnt wanneer de band wordt getransporteerd 4 : Weergave
3 : Snel doorspoelen/snel voorwaarts zoeken
2 : Snel terugspoelen/snel achterwaarts zoeken
6 : Pauze
64 :
16:
e : |
|
6e : |
|
u Toont de resterende accuspanning. | .......... blz. 44 |
i Toont de datum/tijd .............................. | blz. 23, 25 |
o • BRIGHT : Toont de helderheid ............ | blz. 11 |
van de LCD monitor |
• VOLUME
De |
|
p Toont de tijdcode ................................. | blz. 24, 25 |
NE
INDEX 43