Demping

Dempen van het volume.

Druk op de toets [ATT].

Elke keer dat de toets wordt ingedrukt, wordt de dempingsfunctie in- of uitgeschakeld.

Wanneer ingeschakeld, knippert de indicator "ATT".

System Q

U kunt voor verschillende soorten van muziek de optimale geluidsinstellingen programmeren en weer oproepen.

1Kies de in te stellen geluidsbron Druk op de toets [SRC].

2Kies het soort van muziek Druk op de toets [Q].

Wanneer de toets eenmaal wordt ingedrukt, wordt de huidige geluidsinstelling getoond. Elke keer dat de toets wordt ingedrukt, verandert de geluidsinstelling.

Geluidsinstelling

Display

Natuurlijk

"NATURAL"

Rock

"ROCK"

Pop

"POPS"

Easy-listening

"EASY"

Top 40

"TOP40"

Jazz

"JAZZ"

Elke instelling wordt veranderd door de <Luidsprekerinstelling> (blz. 78).

Kies eerst het type luidspreker met luidsprekerinstelling.

Wanneer de waarde is ingesteld met <Audioregeling> (blz. 77), wordt "USER" getoond.

Audioregeling

1Kies de in te stellen geluidsbron Druk op de toets [SRC].

2Activeer de audioregelfunctie Druk op de knop [VOL].

3Kies het in te stellen audio-item Druk op de knop [VOL].

Elke keer dat de knop wordt ingedrukt, veranderen de instelbare items zoals hieronder wordt getoond.

4Stel het item in

Draai aan de knop [VOL].

Instelitem

Display

Instelbereik

Niveau van de lage tonen

"BAS L"

–8 — +8

Niveau van de middentonen

"MID L"

–8 — +8

Niveau van de hoge tonen

"TRE L"

–8 — +8

Balans

"BAL"

Links 15 — Rechts 15

Fader

"FAD"

Achteraan 15 —

 

 

Vooraan 15

Sluit de audioregelfunctie (volumeregelfunctie) af

5Sluit de audioregelfunctie af Druk op een willekeurige toets.

Druk op om het even welke toets, behalve de knop [VOL] en de toetsen [ATT].

Nederlands 77