Oplossen van problemen

Vele problemen worden slechts veroorzaakt door een verkeerde bediening of verkeerde verbindingen. Controleer voordat u uw handelaar raadpleegt eerst de volgende lijst voor een mogelijke oplossing van uw probleem.

Algemeen

?Spanning wordt niet ingeschakeld.

De zekering is doorgebrand.

Nadat u de kabels op kortsluiting heeft gecontroleerd moet u de zekering door een van hetzelfde type vervangen.

?Het geheugen wordt gewist wanneer het contact wordt uitgeschakeld.

De contact- en accukabels zijn niet juist aangesloten.

Sluit de kabels juist aan zoals beschreven in <Verbinden van kabels met aansluitingen> (blz. 95).

?De telefoondempingsfunctie werkt niet.

De telefoondempingskabel is niet juist aangesloten.

Sluit de kabels juist aan zoals beschreven in <Verbinden van kabels met aansluitingen> (blz. 95).

?De telefoondempingsfunctie wordt geactiveerd hoewel de telefoondempingskabel niet is aangesloten.

De telefoondempingskabel raakt een metalen deel van de auto.

Zorg dat de telefoondempingskabel geen contact maakt met een metalen deel.

?Zelfs als de toonversterking wordt ingeschakeld, kunnen schelle tonen niet worden gecompenseerd.

De tuner is als geluidsbron geselecteerd.

Schelle tonen kunnen niet worden gecompenseerd wanneer de tuner als geluidsbron wordt gebruikt.

?Geen geluidsweergave of zeer laag volume.

De fader- of balansinstellingen zijn helemaal naar één kant ingesteld.

Zet de instellingen voor fader en balans in de middelste stand.

De in- en uitgangskabels of bedradingsbundel is/zijn niet juist aangesloten.

Sluit de in- en uitgangskabels en/of bedradingsbundel juist aan. Zie <Verbinden van kabels met aansluitingen> (blz. 95).

De waarden van de volumeafwijking zijn laag.

Zet het volume hoger, zoals beschreven in <Audio-instelling> (blz. 78).

?Slechte geluidskwaliteit of vervormd geluid.

Een luidsprekerkabel wordt mogelijk afgekneld door een schroef in de auto.

Controleer de bedrading van de luidsprekers.

De luidsprekers zijn niet juist aangesloten.

Sluit de luidsprekerkabels juist aan zodat iedere uitgangsaansluiting met een andere luidspreker is verbonden.

?De pieptoon van de aanraaksensor wordt niet weergegeven.

De voor-uitgangaansluiting wordt gebruikt.

De pieptoon van de aanraaksensor kan niet via de voor-uitgangsaansluiting worden weergegeven.

?De klok kan niet worden ingesteld hoewel de kloksynchronisatie is ingeschakeld.

De RDS-zender waarop is afgestemd, verzendt geen tijdsignaal.

Stem af op een andere RDS-zender.

?Het display verduistert tijdens het rollen van tekst.

<Regeling van de displayverlichting> is uitgeschakeld.

Zie <Regeling van de displayverlichting> (blz. 91).

Tuner als geluidsbron

?Ontvangst van radio-uitzendingen is slecht.

De auto-antenne is niet uitgetrokken.

Trek de antenne volledig uit.

De antennekabel is niet aangesloten.

Sluit de kabels juist aan zoals beschreven in <Verbinden van kabels met aansluitingen> (blz. 95).

Nederlands 99