
Benaming van de onderdelen - Afstandsbediening
(Spanningstoets)
Zet de
Kanaalkeuzetoetsen
Met deze
De teletekstfunctie: Selecteert de teletekstpagina. (Blz. 15)
(Breedbeeldfunctie) (Blz. 13) Schakelt de breedbeeldfunctie tussen Auto, 4:3 en 16:9 weergave.
Auto |
|
|
| 4:3 |
|
|
| 16:9 | ||
|
|
|
|
|
| |||||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(Geluid) (Blz. 10)
Wijzigt de audiofunctie.
Keuze Rechts/Links (Blz. 8)
(Teletekst) (Blz. 15) Toont het teletekstfunctiescherm.
OK, Kanalentabel (Blz. 8,13)
END (Beëindigen) (Blz. 8)
Keert terug naar het normale scherm.
Keuze Omhoog/Omlaag
(Blz. 8)
(Laten zien) (Blz. 15) Toont verborgen informatie zoals raadsels en puzzels.
(Vasthouden) (Blz. 15) Houdt de huidige teletekstpagina vast.
Kleur (Rood/Groen/Geel/Blauw)
(Blz. 15)
TELETEKST: Voor het kiezen van de pagina.
(Ondertiteling) (Blz. 15) Toont de teletekst ondertiteling direct.
(Subpagina) (Blz. 15) Toont de teletekst subpagina direct.
(Boven/Onder/Volledig) (Blz. 15) Gebied kiezen voor vergroting in Teletekstfunctie.
MENU (Menu) (Blz. 8)
Geeft het menu weer.
Terug naar het vorige scherm.
OPMERKING
•Op de afstandsbediening zit ter bescherming een dun laagje folie. Verwijder het folie voordat u de afstandsbediening gaat gebruiken.
BACKLIGHT (Achtergrondverlichting) (Blz. 9) Wijzigt de helderheid van
het beeldscherm in Helder, Normaal en Donker.
Achterverl : Helder Achterverl : Normaal
Achterverl : Donker
(Dempingstoets) Schakelt het geluid aan en uit.
T o o n : A a n |
| T o o n : U i t |
|
•Wanneer u op
•Wanneer er op gedrukt wordt, wordt de functie voor het tijdelijk uitschakelen van het geluid geannuleerd.
Stelt het volume van het geluid in.
Volume
10
P (
)/(
) (Kanalen) TV-ingangsmodus: Selecteert het kanaal.
• Kanaal “0” is klaargemaakt voor het RF uitgangssignaal van de videorecorder.
• Kanalen die niet ingesteld zijn via de optie “Automatisch zoeken” of via “Inst.”, worden overgeslagen en kunnen niet worden weergegeven met behulp van P ()/(
).
De teletekstfunctie: Selecteert de teletekstpagina. (Blz. 15)
(Ingang)
Schakelt over en weer tussen de ingangsbronnen EXT1, EXT2, EXT3, PC en de
Modus:
EXT1 EXT2 EXT3
|
| EXT1 |
|
|
|
|
| EXT2 |
|
|
|
|
| EXT3 |
|
| |||||
|
|
|
|
|
| TV |
|
|
|
|
|
|
| PC |
|
| |||||
|
|
|
|
| 1 S- | 6 |
|
|
|
|
| PC |
|
|
|
| |||||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
OPMERKING
•EXT1: Selecteer deze modus als wilt kijken naar de beelden van videoapparatuur dat aangesloten is op de EXT1
•EXT2: Selecteer deze modus als u wilt kijken naar de beelden van de decoder en andere audiovisuele apparatuur die is aangesloten is op de EXT2
•EXT3: Selecteer deze modus als wilt kijken naar de beelden van videoapparatuur dat aangesloten is op EXT3, waarbij voor ingang van het videosignaal de VIDEO- of de
Als er apparatuur is aangesloten op zowel de VIDEO- als op de
•PC: Selecteer deze modus als u signalen van de PC weergeeft die is aangesloten via de
SLEEP (uitschakelen) (Blz. 13) Instellen van de uitschakeltimer (tot maximaal 2 uur, in eenheden van 30 minuten) of uitzetten van deze timer.
(Weergeven van informatie) Het statusdisplay verschijnt als u op
drukt.NL