U kunt de waarden van deze opties wijzigen door de desbe- treffende opties te selecteren met de toets "" of " " en daarna op de toets “” of “” te drukken. Het menu “BEELD” verdwijnt en de schaalaanduidingen van de niveaus verschijnen terwijl de waarden van de opties worden gewij- zigd. Nadat de wijzigingen zijn aangebracht, komt het menu “BEELD” weer terug.
•U kunt de “Helderheid” wijzigen met de toets “” of “” na- dat u deze optie hebt geselecteerd.
•U kunt het “Kontrast” wijzigen met de toets “” of “” nadat u deze optie hebt geselecteerd.
•U kunt de “Kleur” wijzigen met de toets “” of “” nadat u deze optie hebt geselecteerd.
•U kunt de “Scherpte” wijzigen met de toets “” of “” nadat u deze optie hebt geselecteerd.
•U kunt de optie “Tint” instellen op “NORMAL”, “WARM” of
“COOL”. Met de toets “” of “” kunt u tussen deze drie in- stellingen heen en weer schakelen.
•De “Ruisonderdrukking” kan op vier verschillende niveaus worden ingesteld: “MINIMUM”, “MEDIUM”, “MAXIMUM” of “AUTOMATISCH”. Of u kunt deze functie uitzetten door
“UIT” te selecteren. Met de toets “” of “” kunt u tussen deze vijf instellingen heen en weer schakelen.
•De “Beeld stand” kan op drie verschillende standen wor-
den ingesteld: “AUTO”, “4:3” of “16:9”. Met de toets “” of “” kunt u tussen deze verschillende beeldgrootten heen en weer schakelen.
De “Beeld stand” kan voor alle kanalen (200 programma’s) afzonderlijk worden opgeslagen.
•U kunt de “Tint” voor
toets “” of “” nadat u deze optie hebt geselecteerd. Terwijl u de instelling van “Tint” wijzigt, verschijnt er een schaal- aanduiding daarvoor. De balk van “Tint” verschijnt terwijl er een
Fabrieksinstellingen herstellen.
U kunt de huidige instellingen van het menu “BEELD” (met uitzondering van “Ruisonderdrukking, Beeld stand en Tint”) terugzetten op de oorspronkelijke standaardinstellin- gen.
•Druk op de toets STANDARD terwijl er geen menu op het scherm staat.
Menu “MOGELIJKHEDEN”
•Druk op de toets MENU, waarmee u in het hoofdmenu komt. In het hoofdmenu selecteert u “MOGELIJKHEDEN”
met de toets "" of "" en gaat u naar het menu “MO- GELIJKHEDEN” door op de toets “” of “” te drukken.
Sleeptimer
Met de “Sleeptimer” kunt u instellen dat uw TV na een be- paalde periode automatisch wordt uitgezet. Druk op de toets “” of “” om een tijdsduur hiervoor te selecteren. De sluimer- functie kan worden ingesteld van “UIT” tot 2 uur, steeds in tijdvakken van 10 minuten. Eén minuut voordat de “Sleep ti- mer” de TV uitzet, wordt de resterende tijd op het scherm ge- toond.
Kinderslot
Hiermee kunt u de bedieningstoetsen op de TV (met uitzon- dering van de toets Aan/Uit) uitschakelen.
Druk op de toets “” of “” om het kinderslot “AAN” of “UIT” te zetten nadat u deze optie hebt geselecteerd.
Wanneer “AAN” is geselecteerd, kan de TV alleen worden be- diend via de afstandsbediening.
NEDERLANDS - 80 -