Kooktips (vervolg)
NL
Bereiding van verse groenten
Gebruik een ovenvaste glazen schaal met deksel. Voeg
Tip : Snijd de groente in stukken van gelijke grootte. Hoe kleiner de stukken, des te sneller zijn ze gaar.
Kook verse groenten in de magnetron altijd op vol vermogen (850W).
Gerecht | Portie | Tijd | Nagaartijd | Aanwijzingen |
|
| (min.) | (min.) |
|
Broccoli | 250 gr. | 3 | Verdelen in roosjes van gelijke | |
| 500 gr. |
| grootte. Leg deze met de steeltjes | |
|
|
|
| naar het midden. |
|
|
|
|
|
Spruitjes | 250 gr. | 3 | Voeg | |
|
|
|
| toe. |
Wortelen | 250 gr. | 3 | Snijd de wortelen in stukken van | |
|
|
|
| gelijke grootte. |
|
|
|
|
|
Bloemkool | 250 gr. | 3 | Verdelen in roosjes van gelijke | |
| 500 gr. |
| grootte. | |
|
|
|
| Grote roosjes doormidden snijden. |
|
|
|
| Leg ze met de steeltjes naar het |
|
|
|
| midden. |
Courgette | 250 gr. | 3 | Snijd de courgettes in plakken. | |
|
|
|
| Voeg 30 ml (2 eetl.) water of een |
|
|
|
| klontje boter toe. Koken tot ze net |
|
|
|
| gaar zijn. |
|
|
|
|
|
Aubergine | 250 gr. | 3 | Snijd de aubergines in dunne | |
|
|
|
| plakjes en sprenkel er 1 eetlepel |
|
|
|
| citroensap over. |
Prei | 250 gr. | 3 | Snijd de prei in dikke plakken. | |
|
|
|
|
|
Champignons | 125 gr. | 3 | De champignons heel of in plakjes | |
| 250 gr. |
| bereiden. Geen water toevoegen. | |
|
|
|
| Besprenkelen met citroensap. |
|
|
|
| Kruiden met peper en zout. |
|
|
|
| Voor het serveren uit laten lekken. |
Uien | 250 gr. | 3 | Uien doormidden of in plakjes | |
|
|
|
| snijden. |
|
|
|
| Voeg slechts 15 ml (1 eetl.) water |
|
|
|
| toe. |
|
|
|
|
|
Paprika | 250 gr. | 3 | Snijd de paprika in reepjes. | |
|
|
|
|
|
Aardappelen | 250 gr. | 3 | Weeg de aardappelen en snijd ze | |
| 500 gr. |
| doormidden of in vieren in stukken | |
|
|
|
| van ongeveer gelijke grootte. |
|
|
|
|
|
Koolraap | 250 gr. | 3 | Snijd de koolraap in | |
|
|
|
| dobbelsteentjes. |
|
|
|
|
|
Opwarmen
Met de magnetron kunt u gerechten opwarmen in een fractie van de tijd die u nodig zou hebben bij een gewone oven of kookplaat.
Gebruik de vermogensniveaus en opwarmtijden uit de volgende tabel als richtlijn. Bij de tijden in de tabel is uitgegaan van een kamertemperatuur van +18 tot +20C of een koelkasttemperatuur van +5 tot +7 C.
Vermijd grote stukken
Warm liever geen grote stukken voedsel op, zoals braadstuk. Deze hebben de neiging aan de buitenkant te gaar te worden en uit te drogen voordat de binnenkant goed heet wordt. Het opwarmen van kleinere stukken gaat beter.
Vermogenstanden en doorroeren
Sommige gerechten kunnen worden opgewarmd bij 850W vermogen, terwijl u voor andere 600W, 450W of zelfs 300W moet gebruiken.
Zie de tabel voor meer informatie. U kunt doorgaans beter een lager vermogen gebruiken voor delicate gerechten, grote hoeveelheden en gerechten die snel warm worden (zoals pasteitjes).
Voor het beste resultaat het gerecht tijdens het opwarmen doorroeren of omkeren. Zo mogelijk voor het serveren nogmaals doorroeren.
Wees extra voorzichtig bij het verwarmen van vloeistoffen en babyvoeding. Om te voorkomen dat vloeistoffen buiten de magnetron alsnog plotseling aan de kook raken en naar buiten spatten, moet u het gerecht voor, tijdens en na het verwarmen goed doorroeren. Laat de vloeistoffen tijdens het nagaren in de oven staan. Het is aan te raden een plastic lepel of glazen staafje in de vloeistof te zetten. Vermijd oververhitting van het gerecht.
Het is beter een kortere bereidingstijd in te stellen en deze zonodig te verlengen.
Opwarm- en nagaartijden
Wanneer u voor het eerst een gerecht opwarmt, is het handig om de door u gebruikte bereidingstijd te noteren.
Controleer altijd of het gerecht door en door verwarmd is.
Laat het gerecht na het opwarmen altijd even nagaren, zodat de warmte zich gelijkmatig over het gerecht kan verdelen
De aanbevolen nagaartijd na het opwarmen is 2 - 4 minuten, tenzij in de tabel een andere tijd wordt aanbevolen.
Wees extra voorzichtig bij het verwarmen van vloeistoffen en babyvoeding. Zie ook het gedeelte met de veiligheidsvoorschriften.
Vloeistoffen opwarmen
Altijd een nagaartijd van ten minste 20 seconden aanhouden nadat de oven is uitgeschakeld, zodat de warmte zich kan verdelen. Roer zonodig tijdens het verwarmen en roer ALTIJD na het verwarmen. Om te voorkomen dat vloeistoffen na beëindiging van het kookproces alsnog overkoken en mogelijk brandwonden veroorzaken, kunt u een plastic lepel of glazen staafje in de vloeistof zetten en deze voor, tijdens en na het verwarmen doorroeren.
18