INHOUD |
|
Korte aanwijzingen voor direct gebruik | 11 |
Oven | 12 |
Accessoires | 12 |
Bedieningspaneel | 13 |
De klok instellen | 13 |
De werking van een magnetronoven | 14 |
Controleren of de oven goed werkt | 14 |
Bereiden/opwarmen | 15 |
Vermogensniveaus | 15 |
De bereiding beëindigen | 15 |
De bereidingstijd bijstellen | 16 |
Gerechten handmatig ontdooien | 16 |
Automatisch ontdooien | 16 |
Instellingen voor automatisch ontdooien | 16 |
Kooktips voor stomen (alleen | 17 |
Accessoires selecteren | 18 |
Grillen | 19 |
De magnetron en de grill combineren | 19 |
Richtlijnen voor kookmaterialen | 20 |
Kooktips | 21 |
Wat te doen in geval van twijfel of bij problemen | 29 |
Technische specificaties | 30 |
KORTE AANWIJZINGEN VOOR DIRECT GEBRUIK
Als u een gerecht wilt bereiden.
1. Zet het gerecht in de oven.
Stel het vermogen in door aan de knop VERMOGENSREGELAAR te draaien.
2. Stel de bereidingstijd in door aan de knop
TIJD/GEWICHT () te draaien.
Resultaat: De bereiding begint na ongeveer twee seconden.
Als u voedsel automatisch wilt ontdooien.
1. Zet de knop VERMOGENSREGELAAR op het symbool Automatisch ontdooien ().
2. Draai aan de knop TIJD/GEWICHT () om het juiste gewicht in te stellen.
Resultaat: De bereiding begint na ongeveer twee seconden.
Als u de bereidingstijd wilt wijzigen.
Laat het gerecht in de oven staan.
Zet de knop TIJD/GEWICHT () op de gewenste tijd.
Als u een gerecht wilt grillen.
1. Zet de knop VERMOGENSREGELAAR op het symbool Grill ().
2. Draai aan de knop TIJD/GEWICHT () om de juiste tijd in te stellen.
Resultaat: De bereiding begint na ongeveer twee seconden.
11