problemen oplossen
PROBLEEM | OPLOSSING | |
|
| |
Het apparaat functioneert | • Controleer of de stekker goed in het stopcontact zit. | |
• Is de temperatuurregeling op het frontpaneel correct ingesteld? | ||
niet of de temperatuur is te | ||
• Staat het apparaat in direct zonlicht of in de buurt van warmtebronnen? | ||
hoog. | ||
• Staat de achterkant van het apparaat te dicht bij de muur? | ||
| ||
|
| |
| • Controleer of het apparaat op een stabiele en vlakke ondergrond staat. | |
| • Staat de achterkant van het apparaat te dicht bij de muur? | |
Ik hoor vreemde geluiden. | • Liggen er vreemde voorwerpen achter of onder het apparaat? | |
• Komt het geluid van de compressor in het apparaat? | ||
| ||
| • U hoort een tikkend geluid in het apparaat; dit is normaal. | |
| Dit komt door het samentrekken of uitzetten van de verschillende | |
| onderdelen. | |
|
| |
| • In de voorste hoeken van het apparaat bevinden zich hittebestendige | |
De voorste hoeken en | buizen om condensvorming te vermijden. | |
Wanneer de omgevingstemperatuur stijgt, functioneren ze mogelijk niet | ||
zijkanten van het apparaat | ||
altijd doeltreffend. Dit is evenwel niet abnormaal. | ||
zijn warm; er treedt | ||
• Bij heel vochtige weersomstandigheden kan zich condens vormen op | ||
condensvorming op. | ||
het buitenoppervlak van het apparaat, wanneer het vocht in de lucht in | ||
| ||
| contact komt met het koele oppervlak van het apparaat. | |
|
| |
Ik hoor vloeistof borrelen in | • Dit is het koelmiddel dat de binnenkant van het apparaat koelt. | |
het apparaat. | ||
| ||
|
| |
| • Bevinden zich bedorven voedingsmiddelen in de koelkast? | |
Er hangt een onaangename | • Let erop dat sterk ruikende voedingswaren (bijvoorbeeld: vis) luchtdicht | |
worden verpakt. | ||
geur in het apparaat. | ||
• Maak uw koelkast regelmatig schoon en gooi bedorven of verdacht | ||
| ||
| voedsel weg. | |
|
| |
| • Worden de luchtuitlaten geblokkeerd door voedingswaren in de | |
De wanden van het | koelkast? | |
• Leg de voedingswaren zo ver mogelijk uit elkaar om de ventilatie te | ||
apparaat vriezen aan. | ||
bevorderen. | ||
| ||
| • Is de deur volledig gesloten? | |
|
| |
Er is condensvorming | • Voedingswaren met een hoog watergehalte zijn onafgedekt opgeslagen | |
op de binnen wand van | met een hoge vochtigheidsgraad of de deur is te lang blijven | |
het apparaat en rond de | openstaan. | |
• Sla de voedingsmiddelen afgedekt of in afgesloten recipiënten op. | ||
groenten. | ||
|
|
problemen oplossen _19
03 PROBLEMEN OPLOSSEN
13. 4. 23. 8:23 |