
BRANDSTOF AANBEVELINGEN
Gebruik schone, verse loodvrije, normale benzine met een octaangetal van minimaal 85. Gelode benzine mag gebruikt worden als deze verkrijgbaar is en loodvrij niet. Koop niet meer benzine dan U voor 30 dagen nodig heeft. Zie de Opslaginstructies.
In de VS mag gelode benzine niet gebruikt worden. Sommige brandstoffen, met zuurstof verrijkte of opnieuw geformuleerde brandstoffen genoemd, zijn benzines die met alcohol of ether gemengd zijn. Overmatige hoeveelheden van deze mengstoffen kunnen het brandstofsysteem beschadigen of prestatieproblemen veroorzaken. Als er ongewenste symptomen tijdens bedrijf optreden, gebruik dan een benzine met een lager percentage alcohol of ether.
Deze motor is gecertificeerd om op benzine te werken. Exhaust Emission Control System (Uitlaatemissie Beheerssysteem): EM (Engine Modifications).
Gebruik geen benzine die Methanol bevat. Meng geen olie door de benzine.Voor bescherming van de motor raden wij het gebruik aan van Briggs & Stratton Brandstof Stabilisator, verkrijgbaar bij een Geautoriseerde Briggs & Stratton Service Dealer.
BRANDSTOF BIJVULLEN
WAARSCHUWING
Voordat er getankt wordt, de motor 2 minuten laten afkoelen.
Reinigen rond de brandstof vulopening voordat de tankdop verwijderd wordt. Vul de tank tot ongeveer 4 cm onder de bovenkant van de vulopening om de brandstof te kunnen laten uitzetten. Wees voorzichtig niet te overvullen.
STARTEN
Fig. 3
WAARSCHUWING
De machine waterpas starten, opslaan en bijtanken.1.Controleer het oliepeil.2.Druk de stopschakelaar Ê naar •ON"(=aan).3.Druk de veiligheidsschakelaar IN Ë.4.Draai de draai!chokeknop Ì naar de stand CHOKE.5.Druk de primer in Í.Noot: Bij temperaturen boven
REPETEERSTARTER
1.Pak de greep van de repeteerstarter Î. Trek langzaam tot er weerstand gevoeld wordt, trek het koord dan snel uit om de motor te starten en terugslag te voorkomen.
2.Laat de motor enkele minuten opwarmen, terwijl de choke richting •RUN" (=aan) versteld wordt. Wacht voor elke verstelling van de choke tot de motor soepel draait.
ELEKTRISCHE STARTER
WAARSCHUWING
Steek de kabel eerst in de startmotor Ï, vervolgens in het stopcontact. Als er extra verlengkabel nodig is, gebruik dan een driepolige kabel.
Als de meegeleverde kabel beschadigd is, dan moet deze vervangen worden door de fabrikant of zijn servicedealer of een gelijkwaardig gekwalificeerde persoon om gevaar te voorkomen.
1. Druk de startknop in Ð.OPGEPAST
Start steeds kortstondig (5 sec. maximaal, wacht dan een minuut) voor een optimale levensduur van de startmotor. Volg de instructies van de machinefabrikant voor het laden van de accu.
2.Laat de motor enkele minuten opwarmen, terwijl de choke richting •RUN" (=aan) versteld wordt. Wacht voor elke verstelling van de choke tot de motor soepel draait.
3.BELANGRIJK! Nadat de motor start, het verlengsnoer van de startmotor loskoppelen.
STOPPEN
Fig. 4
OPGEPAST: De chokebediening niet naar de stand •CHOKE" bewegen om de motor te stoppen. Er kan nabranden of motorschade optreden.
1.Duw de stopschakelaar Ê naar •OFF" (=uit).2.Trek de veiligheidssleutel Ë UIT.ONDERHOUD
WAARSCHUWING
Om per ongeluk starten te voorkomen, de bougiekabel Ê verwijderen en aan massa leggenvoordateronderhoud wordtuitgevoerd.
Wij adviseren U om voor al het onderhoud en service naar een geautoriseerde Briggs & Stratton!Dealer te gaan. Gebruik uitsluitend Briggs & Stratton onderdelen.
WAARSCHUWING Sla het vliegwiel niet met een hamer of hard voorwerp.Indien dit gebeurt, kan het vliegwiel barsten tijdens bedrijf.Verander niets aan regulateurveren, verbindingsstangen of andere onderdelen om het motortoerental te verhogen.
Volg de intervallen volgens bedrijfsuren of kalender, wat het eerst voor komt. Er is vaker onderhoud nodig wanneer de motor onder zware omstandigheden* wordt gebruikt, zoals hieronder aangegeven.
Eerste 5 uurDOlie verversen Iedere 8 uur of dagelijksDOliepeil controleren Iedere 50 uur of ieder seizoenDOlie verversenDVonkenvanger reinigen en inspecteren*, indien hiermee uitgerustIedere 100 uur of ieder seizoenDBougie reinigen/vervangen**DBenzinefilter vervangen, indien hiermee uitgerust* Vaker reinigen onder stoffige omstandigheden, of indien er veel zwevend vuil of kaf aanwezig is.
**In sommige gebieden schrijven plaatselijke wetten het gebruik voor van weerstandbougies om ontstekingssignalen te onderdrukken. Indien deze motor origineel was uitgerust met een weerstandbougie, gebruik dan voor vervanging hetzelfde type bougie.
Fig. 5 MOTOROLIE VERVERSEN
WAARSCHUWINGVervers de olie na de eerste 5 bedrijfsuren. Ververs de olie wanneer de motor warm is. Opnieuw vullen met olie van de aanbevolen SAE viscositeit.
Verwijder de olie!aftapplug, Ë en tap de olie af. Tap de olie elke 50 bedrijfsuren of elk seizoen af. Breng de aftapplug weer aan. Verwijder de peilstok Ì of olievuldop Í. Vullen tot de markering •FULL" op de peilstok Î, of tot het punt van overstromen Ï bij de vuldop.
Controleer regelmatig het oliepeil.Zorg ervoor dat de olie op peil gehouden wordt. Controleer iedere 8 uur of dagelijks, voordat de motor gestart wordt. Zie de olie vulprocedure onder Olie Aanbevelingen. Niet overvullen.
Fig. 6 HOUD DE MOTOR SCHOON
WAARSCHUWING
Ophoping van vuil rond de uitlaat Ë kan brand veroorzaken. Voor ieder gebruik inspecteren en reinigen.
Verwijder regelmatig opgehoopt gras en kaf van de motor. De motor niet om deze te reinigen met water bespuiten omdat water de benzine kan verontreinigen. Reinigen met een borstel of perslucht.
51