De werkingsrichting wijzigen
De werkingsrichting van de bedieningselementen is af fabriek ingesteld zoals hieronder aangegeven.
verhogen
verlagen
Als u de bedieningssatelliet rechts op de stuurkolom moet monteren, kan de werkingsrichting worden omgekeerd.
Snel het geluid dempen
Druk op (ATT).
Als u het vorige geluidsniveau wilt herstellen, drukt u nogmaals op (ATT).
Tip
Wanneer de verbindingskabel van een autotelefoon is aangesloten op de
Druk 2 seconden op (SEL) terwijl u het bedieningselement VOL ingedrukt houdt.
De geluidskenmerken aanpassen
U kunt de hoge en lage tonen, de balans en de fader instellen.
U kunt de hoge en lage tonen voor elke bron afzonderlijk regelen.
1 Selecteer het onderdeel dat u wilt aanpassen door een aantal malen op (SEL) te drukken.
Telkens wanneer u op (SEL) drukt, worden de items als volgt gewijzigd:
BAS (lage tonen) tTRE (hoge tonen) t BAL
2 Regel het gekozen item door één van beide zijden van de volumeknop +/– in te drukken.
Bij het regelen met de bedieningssatelliet drukt u op (SEL) en draait u aan het bedieningselement VOL.
Opmerking
Stel de items in binnen de 3 seconden nadat ze werden geselecteerd.
De instellingen voor het geluid en het uitleesvenster wijzigen
De volgende instellingen kunnen worden verricht:
•CT (Clock Time, Kloktijd) (pagina 15).
•A.SCRL (Automatisch Rollen)* (pagina 9).
•M.DSPL (Motion Display)
– de demonstratiestand die wordt geactiveerd wanneer geen bron is gekozen (b.v., tuner staat af).
•BEEP – schakelt de pieptoon in en uit.
Het gewenste item kiezen
Druk (SEL) en de gewenste voorinstelnummertoets tegelijkertijd in.
(SEL) + (2): CT
(SEL) + (3): A.SCRL*
(SEL) + (4): M.DSPL
(SEL) + (6): BEEP
*Dit item verschijnt niet wanneer geen CD speelt.
Na de instelling verschijnt het uitleesvenster voor normale weergave.
Opmerking
De weergave verschilt volgens de bron.
Om het item te annuleren, drukt u (SEL) en de voorinstelnummertoets tegelijkertijd in.
17