iPod
Een iPod afspelen
Door een iPod aan te sluiten op de dockconnector aan de achterkant van het apparaat, kunt u het geluid beluisteren via de luidsprekers van de boot, terwijl u de iPod bedient vanaf het apparaat.
Opmerkingen
•Wanneer een iPod is aangesloten op de dockconnector, kunnen er geen bewerkingen worden uitgevoerd op de iPod.
•Zet het volume van het apparaat zachter voordat u de iPod aansluit op de dockconnector.
•Als u de dockconnector niet gebruikt, kunt u met de bijgeleverde afdekplug voor de dockconnector voorkomen dat er water in de aansluiting komt.
Tracks afspelen
1Sluit de iPod aan op de dockconnector.
De iPod wordt automatisch ingeschakeld en het scherm van de iPod ziet er als volgt uit.
2Druk herhaaldelijk op (SOURCE) tot "PD" wordt weergegeven.
"PD 1 PORTABLE" wordt weergegeven en de tracks op de iPod worden automatisch afgespeeld vanaf het laatst afgespeelde punt.
3Druk op (MODE) om de weergavestand te kiezen.
De stand wordt als volgt gewijzigd:
RESUMING t ALBUM t ARTIST t
PLAYLIST
4Pas het volume aan.
Druk op (OFF) om het afspelen te stoppen.
Tips
•Wanneer de iPod is aangesloten op de dockconnector, wordt de stand gewijzigd in de stand Resuming. Als u in de stand Resuming op
(3)(Herhalen), (4) (Willekeurige volgorde) of
(5)(Scannen) drukt, gebeurt er niets. Als u de stand Resuming annuleert door op (MODE) of (ALBM) +/– te drukken, kunt u met (3) (Herhalen),
(4)(Willekeurige volgorde) of (5) (Scannen) nu wel de weergavestand wijzigen.
•Wanneer de contactsleutel in de
•Als de iPod tijdens het afspelen wordt losgekoppeld, wordt het afspelen onderbroken.
Opmerking
Er kan geen extra iPod worden aangesloten met de
Displayitems
Als u de displayitems wilt wijzigen, drukt u op (DSPL).
Opmerking
Het is mogelijk dat sommige letters die zijn opgeslagen in de iPod niet juist worden weergegeven.
De weergavestand instellen
Album, artiest of afspeellijst selecteren
1Druk tijdens het afspelen op (MODE).
De stand wordt als volgt gewijzigd:
ALBUM t ARTIST t PLAYLIST
Albums, artiesten en afspeellijsten overslaan
Actie | Toets |
Overslaan | (ALBM) +/– |
| [één keer drukken voor elk |
| item] |
|
|
Blijven | (ALBM) +/– |
overslaan | [ingedrukt houden tot gewenst |
| punt] |
|
|
12