Druk op de Geheugentoets.
Geef het nummer van de geheugenplaats in of druk
herhaaldelijk op de Geheugentoets tot het gewenste nummer
in de display verschijnt.
D ruk op de Lijntoets. Het nummer in de display wordt gevorm d
en begint te knipperen.
D ruk opnieuw op de Lijntoets om, na het gesprek, de verbinding
te verbreken.
3.5 Een oproep ontvangen
Als bij een binnenkomende oproep de handset op de basis ligt,
hoeft u enkel de hoorn op te nemen als de functie ‘Automatische
Ontvangst’ geactiveerd is. Zoniet drukt u op de Lijntoets.
Druk nogmaals op de Lijntoets om de verbinding, na het
gesprek, te verbreken.
Ligt de handset niet op de basis, moet u op de Lijntoets drukken
om een binnenkomende oproep aan te nemen. Druk nogmaals
op de Lijntoets om de verbinding, na het gesprek, te verbreken.
3.6 Niet-Storen-functie
Indien U niet wil dat de handset rinkelt tijdens een oproep, maar
toch dat er een indicatie wordt gegeven op de display dat u een
oproep hebt ontvangen, dan dient U de Niet-Storen-functie te
activeren. Druk op de Programmeertoets, gevolgd door 0 en
nogmaals op de Programmeertoets.
Inkomende oproepen zijn niet hoorbaar maar het -symbool
verschijnt op de handset. Deze functie wordt gedeactiveerd als u
op eender welke toets drukt of als het toestel op de basis ligt.
3.7 Interne oproep
De Butler 550 biedt U de mogelijkheid, indien er meerdere
handsets op één basisstation zijn geprogrammeerd, een
gesprek te voeren tussen de verschillende handsets.
U kan een intern gesprek voeren met een andere interne
handset terwijl u een extern gesprek voert met een
bijkomende handset.
Druk op de Doorverbindtoets (INT).
Geef het nummer in van de handset die U wil bereiken.
Als de oproep beantwoord wordt, kan U het gesprek voere n .
Om de interne verbinding te verbreken, druk op de Lijntoets.
3.8 Doorverbinden
3.8.1 Doorverbinden naar een andere handset
De Butler 550 biedt U de mogelijkheid, indien er meerdere
handsets op één basisstation zijn geprogrammeerd, een
gesprek door te verbinden met aankondiging.
Als u een extern gesprek wil doorverbinden, drukt u op de
Doorverbindtoets (INT).
Geef het nummer in van de handset waarnaar U het
gesprek wil doorverbinden.
Als de oproep beantwoord wordt, kan U, door de interne
verbinding, met de andere handset communiceren.
Wenst U het gesprek door te verbinden, drukt u op de Lijn-
toets. De oproep is doorverbonden naar de andere extensie.
3.8.2 Doorverbinden indien aangesloten op een
centrale (PABX)
U kan een gesprek ook doorverbinden naar een andere
6 7