R
e
f
e
r
e
n
t
i
e
DGX-230/YPG-235 Gebruikershandleiding 75
De functies
Met 'Function' hebt u toegang tot een aantal gedetailleerde instrumentparameters voor
het stemmen, het instellen van het splitpunt en het aanpassen van de voices en
effecten. Kijk eens naar de functielijst op de volgende bladzijden. Er zijn in totaal
47 functieparameters.
Wanneer u een functie ziet die u wilt instellen, selecteert u de displaynaam van de
functie (rechts van de functienaam in de lijst) en past u de functie naar wens aan.
1Zoek de functie die u wilt instellen in de
lijst die begint op pagina 76.
2Druk op de knop [FUNCTION].
3Selecteer een functie.
Druk enkele malen op de knoppen
CATEGORY [ ] en [ ] knoppen totdat de
naam van de functie in de display verschijnt.
4Stel met behulp van de draaiknop,
de knoppen [+] en [-] of de
nummerknoppen [0]–[9] de
geselecteerde functie naar wens in.
De knoppen [+] en [-] worden gebruikt voor
AAN/UIT-instellingen: [+] = AAN, [-] = UIT.
In sommige gevallen wordt de knop [+]
gebruikt om de geselecteerde functie uit te
voeren en de knop [-] om de selectie te
annuleren.
Functie-instellingen worden in het geheugen
opgeslagen zodra ze gewijzigd zijn. Als u de
standaardinstellingen voor alle factoren wilt
herstellen, moet u de 'Back-up wissen'
procedure volgen die beschreven wordt in het
'Initialisatie' deel op pagina 49.
Functies selecteren en instellen
100
StyleVol
f
r
00
Transpos
De geselecteerde functie.
Directe numerieke
invoer.
• Verhoogt de waarde
met 1.
• AAN
• Uitvoeren
• Verlaagt de waarde
met 1.
• UIT
• Annuleren
Druk tegelijkertijd om de
standaardinstelling terug te roepen.