92 DGX-230/YPG-235 Gebruikershandleiding
Problemen oplossen
Probleem Mogelijke oorzaak en oplossing
Als het instrument wordt aan- of uitgezet, is er kort een
ploppend geluid te horen. Dit is normaal en geeft aan dat het instrument elektrische energie ontvangt.
Bij gebruik van een mobiele telefoon worden er
bijgeluiden geproduceerd.
Het gebruik van een mobiele telefoon in de onmiddellijke nabijheid van het
instrument kan interferentie veroorzaken. Om dit te voorkomen, kunt u of de
mobiele telefoon uitschakelen of deze verder uit de buurt van het instrument
gebruiken.
Er is geen geluid, zelfs niet als het toetsenbord wordt
bespeeld of als er een song of stijl wordt afgespeeld.
Controleer of er niets op de PHONES/OUTPUT-aansluiting op het
achterpaneel is aangesloten. Als er een hoofdtelefoon op deze aansluiting is
aangesloten, komt er geen geluid uit de luidsprekers.
Controleer of Local Control (lokale besturing) is in- of uitgeschakeld.
(Zie pagina 80.)
Het bespelen van toetsen in het rechterhandgedeelte
van het toetsenbord geeft geen geluid.
Als u de woordenboekfunctie (pagina 70) gebruikt, zijn de toetsen in het
rechterhandgedeelte alleen bedoeld voor het invoeren van de grondtoon en het
akkoordtype.
• Het volume is te zacht.
• De geluidskwaliteit is matig.
• Het ritme stopt onverwachts of wil niet afspelen.
• De opgenomen data van de song, enz. worden niet
goed afgespeeld.
• De LCD-display wordt plotseling donker en alle
paneelinstellingen worden gereset.
De batterijen zijn bijna of helemaal leeg. Vervang alle zes de batterijen door
nieuwe of gebruik de optionele netadapter.
De stijl of de song worden niet afgespeeld wanneer er
op de knop [START/STOP] wordt gedrukt.
Staat de externe klok op ON? Zorg dat de externe clock is uitgezet.
Zie 'External Clock' op pagina 80.
De stijl klinkt niet zoals het hoort.
Zorg ervoor dat het stijlvolume (pagina 76) op het juiste niveau staat.
Is het splitpunt ingesteld op de juiste toets voor de akkoorden die u speelt?
Stel het splitpunt in op de juiste toets (pagina 65).
Wordt de aanduiding 'ACMP ON' weergegeven in de display? Als dit niet het
geval is, drukt u op de knop [ACMP ON/OFF] om de aanduiding weer te geven.
Er wordt geen ritmebegeleiding afgespeeld als u op de
knop [START/STOP] drukt nadat stijlnummer 131 of
een stijl tussen 143 en 160 (Pianist) is geselecteerd.
Dit is geen fout. Stijlnummer 131 en stijlnummers 143–160 (Pianist) hebben
geen ritmepartij, daarom wordt er geen ritme afgespeeld. De andere partijen
worden afgespeeld wanneer u een akkoord speelt in het begeleidingsgedeelte
van het toetsenbord, en de functie afspelen aan staat.
Niet alle voices lijken te klinken, of het geluid wordt
soms afgekapt.
Het instrument is polyfoon tot maximaal 32 noten. Als de dualvoice of splitvoice
wordt gebruikt en er tegelijkertijd een song of stijl wordt afgespeeld, kunnen
sommige noten worden weggelaten of worden 'gestolen' van de begeleiding
of de song.
De voetschakelaar (voor sustain) lijkt precies verkeerd
om te werken. Indrukken van de voetschakelaar kapt
het geluid bijvoorbeeld af en loslaten geeft juist sustain
aan de geluiden.
De polariteit van de voetschakelaar is omgedraaid. Zorg dat het pedaal juist is
aangesloten op de SUSTAIN-aansluiting voor u het instrument aanzet.
Het geluid van de voice klinkt iets anders van noot
tot noot.
Dit is normaal. De AWM-klankopwekkingsmethode gebruikt meerdere
opnamen (samples) van een instrument over het hele toetsenbord. De voice
kan dus iets anders klinken van noot tot noot.
De verkeerde noten weerklinken als er op het
toetsenbord wordt gespeeld.
Misschien staat de performance assistant technology aan.
Druk op de knop [PERFORMANCE ASSISTANT] om de performance assistant
technology uit te schakelen.
De aanduiding ACMP ON verschijnt niet nadat op de
knop [ACMP ON/OFF] is gedrukt.
Brandt het lampje in de knop [STYLE]? Druk altijd eerst op de knop [STYLE]
als u een stijlfunctie gaat gebruiken.
Er is geen harmoniegeluid.
De harmonie-effecten (01–26) gedragen zich verschillend, afhankelijk van het
type. Types 01–05 werken wanneer het afspelen van de stijl aan staat;
akkoorden worden gespeeld in het begeleidingsbereik van het toetsenbord en
er wordt een melodie gespeeld in het rechterhandbereik. Types 06–26 werken,
ongeacht of het afspelen van de stijl aan of uit staat. Bij types 06 = 12 moet u
twee noten tegelijkertijd spelen.
Appendix