de systeemplaat.
11.Houd de inkepingen 1 in de microprocessor op één lijn met de nokjes on de aansluiting.
12.Installeer de microprocessor door hem recht omlaag in de aansluiting te plaat- sen.
Belangrijk
Om te voorkomen dat de pennetjes van de microprocessor beschadigd raken, dient u de microprocessor beslist niet scheef te houden wanneer u hem in de aansluiting steekt.
13.Draai de borgklem 3 en sluit de hendel om de microprocessor 1 op zijn plaats vast te zetten. Controleer of de borgklem 3 goed vastzit.
v Als u de systeemplaat vervangt, zit er een zwart kapje over de borgklem. Bij het vergrendelen van de microprocessor moet u dat kapje verwijderen. Plaats dit kapje op de borgklem op de oude systeemplaat.
14.Voer een van de volgende handelingen uit: