3.1 Omgevingsfactoren die de ontvangst beïnvloeden
Bij alle draadloze toestellen kan de ontvangst beïnvloed maar niet beperkt worden door de volgende factoren. Vermijd daarom de volgende situaties:
•lange zendafstand
•bergen en valleien in de buurt
•tussen grote gebouwen
•spoorweg, hoogspanningsleidingen, enz. in de buurt
•snelweg, vliegveld, enz. in de buurt
•bouwterrein in de buurt
•in betonnen gebouwen
•elektrische apparatuur in de buurt
•slecht weer
•in rijdende voertuigen
•metalen constructies in de buurt
3.2 Signaalontvangst radiogolven
Zolang de batterijen de hoofdunit voorzien van stroom zal de hoofdunit het tijdsignaal ontvangen en de tijd automatisch aanpassen. De juiste tijd hoeft niet handmatig ingesteld te worden na het inschakelen. Nauwkeurige aanpassing van de tijd op basis van het tijdsignaal wordt op het Europese vasteland ondersteund.
De hoofdunit ontvangt het tijdsignaal elke dag automatisch om 1.00 u ʻs nachts en voert elke benodigde wijziging in de tijdsinstelling uit. Dit wordt weergegeven door het knipperende pictogram van de radiogestuurde klok.
Als het tijdsignaal met succes ontvangen is, wordt het pictogram weergegeven en knippert het pictogram voor de radiogestuurde klok niet meer.
Belangrijk: Druk op geen enkele toets terwijl de signaalontvangst van de radiogolven bezig is.
3.3 Signaalontvangst manueel activeren
U kunt de signaalontvangst op elk gewenst moment activeren door op de WAVE- toets te drukken.
3.4 Geen signaalontvangst radiogolven
Als de automatische updates niet succesvol zijn, verdwijnt de golf boven op de antennetoren (pictogram radiogestuurde klok) en het pictogram verdwijnt.
De hoofdunit probeert het signaal elk uur gedurende 10 minuten te ontvangen tot dit lukt.
4.0 Datum en tijd handmatig instellen
1.Houd de
2.Druk de + of – toets in tot u bij het juiste jaar komt.
3.Druk op de
4.Volg stappen 2 en 3 om datum, tijd en de 12- of
5.0Tijdzone inst ellen
1.Als u zich in de
2.Als u zich in de
3.Als u zich in de
&-