PLAATSING VAN DE TOETSEN
Bedieningspaneel
Het display-venster
sd
|
|
| j k l / |
|
|
| |
f g h | |||
1 2 3 | 4 |
z |
|
| x c |
5 | 6 | 7 | 8 |
NEDERLANDS
TAPE |
9 p q w e | r t y u | i o ; a |
1De toets (standby/aan/attenuator)
2 De bedieningsschijf
3 De toets SEL (selecteren)
4 Het
5 De toetsen 4 /¢
6 De toets 5 2 3 (hoger/bandrichting)
7 De toets 0 (uitwerpen)
8 De toets ° (lager)
9 De toets (het bedieningspaneel vrijgeven) p De toets TP/PTY (T) (traffic programme/
programme type)
q De toets DISP (D) (display)
•Deze toets kan ook als
gebruikt in combinatie met de toets MODE (M).
wDe toets MODE (M)
•Deze toets kan ook als
(display).
eDe toets FM/AM DAB r De toets TAPE
u De toets (Dolby B)
4
iDe toets RPT (repeat) o De toets RND (random) ; De cijfertoetsen
a Afstandssensor
Het
sHoofdvenster
dDe indicator voor de afspeelbron en klok f Indicators voor de ontvangst van de tuner
MO (mono), ST (stereo)
g De indicator
j De indicator RPT (repeat)
k De indicator (Dolby B)
l De indicator LOUD (loudness)
/ De indicators voor de geluidsmodus
ROCK, CLASSIC, POPS, HIP HOP, JAZZ, USER.
z Volume (of audio) niveaumeter De equalizerpatroonindicator
x
AF, REG, TP, PTY