HET GEBRUIK VAN RDS
|
| Wat u kunt doen met RDS | |
|
|
| |
|
| RDS (Radio Data System) is een voorziening | |
|
| waarmee | |
|
| regulier programmasignaal toevoegen. Zo kan een | |
|
| ||
|
| met het programma en informatie over de aard of | |
|
| het genre van het programma meezenden, | |
|
| bijvoorbeeld of het uitgezonden programma over | |
|
| sport gaat of een muziekprogramma is. | |
|
| Een andere functie van de voorziening RDS is | |
|
| Enhanced Other Networks. De indicator EON | |
|
| licht op zodra er een | |
|
| die Enhanced Other | |
|
| uitzendt. Met behulp van de Enhanced Other | |
|
| ||
|
| verstuurd, kunt u op een andere zender van een | |
|
| ander netwerk afstemmen dat uw favoriete | |
|
| programma of verkeersinformatie uitzendt, terwijl | |
|
| u ondertussen naar een ander programma of een | |
|
| andere afspeelbron, zoals het cassette, luistert. | |
|
| Met de ontvangst van | |
NEDERLANDS |
| ||
|
| verkeersinformatie (TA – “Traffic | |
|
| eenheid: | |
|
| • Eén en hetzelfde programma blijven volgen | |
|
|
| (De Netwerkfunctie) |
|
| • Standby staan voor de ontvangst van | |
|
|
| Announcement”) of uw favoriete programma |
|
|
| |
|
| • Zoeken naar een bepaald programmagenre | |
|
|
| (PTY – “Programme Type”) |
|
| • Programma zoeken | |
|
| • | En er zijn nog enkele andere functies waarover |
|
|
| u bij de ontvangst van |
|
|
| beschikken. |
Eén en hetzelfde programma blijven volgen (De netwerkfunctie)
Als u in een gebied rijdt waarin de ontvangst van
Er zijn twee soorten
Alleen als de ontvangst van allebei deze signalen van een
8
Om de netwerkfunctie in te schakelen, drukt u minimaal 1 seconde op TP RDS (Traffic Programme/Radio Data System). Elke keer wanneer u op deze toets drukt en houd, verandert de modus van deze functie en wel als volgt:
TP | Modus 1 Modus 2 Modus 3 |
RDS | |
Indicator AF |
|
Indicator REG
Modus 1
De indicator AF licht op, maar de indicator REG licht niet op.
De netwerkfunctie is ingeschakeld en Regionalisatie is uitgeschakeld (“off”).
In deze modus schakelt de ontvanger over naar een andere zender van hetzelfde station als het signaal van de geselecteerde zender te zwak wordt.
•In deze modus kan het voorkomen dat het nieuw te ontvangen programma anders is dan het programma dat u daarvoor ontving.
Modus 2
Zowel de indicator AF als de indicator REG lichten op.
De netwerkfunctie is ingeschakeld en ook Regionalisatie is ingeschakeld (“on”).
In deze modus schakelt de ontvanger over naar een andere zender van hetzelfde station dat hetzelfde programma uitzendt als het signaal van de geselecteerde zender te zwak wordt.
Modus 3
De indicator AF en de indicator REG lichten allebei niet op.
De netwerkfunctie is uitgeschakeld.
Opmerking:
Als er een