NEDERLANDS | Verklaring van algemene gegevens |
| ||
1 | Bout | p Trekschakelaar | , Aluminium werkstuk | |
2 | Afdekplaat | a Hendel | . Vulblokken | |
3 | Dopsleutel | s Draaibaar voetstuk | / Bout | |
4 | Veiligheidskap | d Verstekplaat | ¡ Sleutel | |
5 | Losdraaien | f Instelbout | ™ Zeskant borgmoer | |
6 | Asblokkering | g Aanslag | £ Arm | |
7 | Pijl | h Wijzer | ¢ Sleutel | |
8 | Vaste beschermkap | ∞ Driehoek | ||
j Schaalverdeling | ||||
9 | Pijl | § Zeskant bouten | ||
k Instelhendel | ||||
0 | Zaagblad | ¶ Lengte aanslag | ||
l Klemschroef | ||||
q Binnen flens | • Vleugelbout | |||
; Klemarm | ||||
w As | ª Houder | |||
z Schroef | ||||
e Vulring | º Vleugelbout | |||
x Werkstuk | ||||
r Buiten flens | œ Draaghandgreep | |||
t Zeskant bout | c Zaaglijn | ∑ Limietaanduiding | ||
y Stofuitlaat | v Zaagsleuf | é Schroevedraaier | ||
u Verbindingsstuk | b Steun | ® Koolborsteldop | ||
i Stofzak | n Schroef | † Vergrendelpen | ||
o Sluitstrip | m Houtbekleding |
| ||
|
|
|
|
TECHNISCHE GEGEVENS
Model | LS1030 | |
Diameter zaagblad | 255 mm | |
Max. zaagkapaciteit (H x B) | ||
Afkorten (90°) | 70 x 126 mm of 89 x 89 mm | |
Verstekzagen (45°) | 70 x 89 mm of 89 x 63 mm | |
Toerental onbelast/min | 4 600 | |
Afmeting (L x B x H) | 470 x 485 x 510 mm | |
Netto gewicht | 10,6 kg | |
|
|
|
·In verband met ononderbroken research en ontwik- keling behouden wij ons het recht voor bovenstaande technische gegevens te wijzigen zonder voorafgaande kennisgeving.
·Opmerking: De technische gegevens kunnen van land tot land verschillen.
Stroomvoorziening
De machine mag alleen worden aangesloten op een stroombron van hetzelfde voltage als aangegeven op de naamplaat, en kan alleen op
Veiligheidswenken
Voor uw veiligheid dient u de bijgevoegde Veiligheids- voorschriften nauwkeurig op te volgen.
Deze symbolen betekenen:
Lees de gebruiksaanwijzing.
DUBBELE ISOLATIE
AANVULLENDE
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
1.Draag een veiligheidsbril.
2.Verwijder nooit de afdekplaat en de doorzich- tige beschermkap wanneer u het gereedschap in gebruik wilt nemen.
3.Gebruik het gereedschap niet in de buurt van ontvlambare vloeistoffen of gassen.
4.Kontroleer het zaagblad zorgvuldig op barsten of beschadiging, alvorens het gereedschap in te schakelen. Een gebarsten of beschadigd zaagblad dient onmiddellijk te worden vervan- gen.
5.Gebruik alleen flenzen die voor dit gereed- schap gemaakt zijn.
6.Zorg ervoor dat de as, de flenzen (vooral het klemoppervlak) of de bout niet worden be- schadigd. Beschadiging aan deze delen kan zaagbladbreuk veroorzaken.
7.Kontroleer of het draaibaar voetstuk goed vastzit, zodat het tijdens het zagen niet beweegt.
8.Houd voor uw eigen veiligheid werktafel en werkplaats schoon. Verwijder zaagsel, kleine stukken hout enz. alvorens te zagen.
9.Zaag niet in spijkers endergelijke. Verwijder eventuele spijkers endergelijke van het werk- stuk alvorens met zagen te beginnen.
10.Vergeet niet de asblokkering in de vrije stand te drukken, alvorens in te schakelen.
11.Zorg dat het zaagblad in zijn laagste positie niet in aanraking komt met het draaibaar voet- stuk.
12.Houd de zaaghendel stevig vast. Let op dat bij het starten en stoppen de zaag even op- en neergaat.
13.Zaag nooit met het werkstuk in uw hand. Zet het werkstuk altijd stevig op het draaibaar voetstuk en tegen de aanslag vast.
14.Houd ten allen tijde uw handen flink uit de buurt van de zaag. Raak onder geen beding de draaiende zaag aan, aangezien dit tot ernstige verwondingen kan leiden.
15.Probeer tijdens het zagen nooit iets vast te pakken dat achter de zaag ligt.
16.Zorg dat bij inschakelen het zaagblad niet in kontakt is met het werkstuk.
25