Installatie
Installatievereisten
Installatie
Om risico op brand, elektrische schokken of persoonlijk letsel te voorkomen, moet alle bedrading en aarding worden uitgevoerd door een erkende installateur.
Voeding
•Een aparte groep van
•Een stopcontact met een maximaal toegestane stroomsterkte van 16 A (maximaal 11 A voor de vaatwasser)
WAARSCHUWING
•Sluit de aarddraad nooit aan op plastic buizen, gasleidingen of leidingen voor warm water. Onjuist aangesloten aardegeleiders kunnen voor elektrische schokken zorgen.
•Pas de stekker van de vaatwasser niet aan. Indien de stekker niet in het stopcontact past, dient u een correct stopcontact
te laten installeren door een erkende elektricien.
WAARSCHUWING
•Gebruik geen verlengsnoer.
•Gebruik alleen de stekker die bij de vaatwasser is geleverd.
•Controleer na de installatie of de voedingskabel niet is geknikt of beschadigd.
Watertoevoer
•De waterdruk moet tussen de 0,05 en 0,8 MPa liggen.
•De watertemperatuur moet lager zijn dan 60 °C.
•De kraan moet zijn voorzien van uitwendig draad van 3/4 inch.
Aarden
Voor permanente aarding moet de vaatwasser correct worden aangesloten op een geaard metalen of permanent geaard bedradingssysteem. De aardgeleider moet meelopen met de circuitgeleiders en worden aangesloten op de hoofdaarde van de vaatwasser.
Zo vermindert u de kans op lekken:
•Zorg dat de waterkranen gemakkelijk bereikbaar zijn.
•Draai de kraan dicht wanneer de vaatwasser niet gebruikt wordt.
•Controleer regelmatig op lekken bij de bevestigingen van de waterslangen.
•Dicht de waterslangaansluitingen en
6 Nederlands