90
De calculator gebruiken

Een berekening uitvoeren

1. Druk op (Calc).
<<CALCULATOR>>
0.
2. Typ een getal.
U kunt maximaal twaalf cijfers typen. Druk op . om
een decimale komma te typen.
Om een getal van positief in negatief te wijzigen,
druk u op P (+/-).
Om een cijfer te verwijderen, drukt u op (C/Ce).
3. Druk op +, -, x of

÷

om respectievelijk op te tellen,
af te trekken, te vermenigvuldigen of te delen.
Of druk op I() om een vierkantswortel te berekenen.
4. Typ nog een getal.
5. Druk op = om de berekening uit te voeren.
Of druk op O(%) om het percentage te berekenen.
6. Druk op (C/Ce) om de berekening te wissen.

Het geheugen van de calculator

gebruiken

1. Voer op de calculator een berekening uit of typ
een getal.