Voorbereiden van de ingebruikname
⑴
⑹
⑴
⑸
⑷
⑶
⑵
(Figuur A)
(Figuur B)
Ventilatie (Figuur B)
Voorbereiden van de ingebruikname
Installatie (Figuur C)
1.Controleer of de koelkastdeur in de juiste draairichting open gaat.
2.Zorg ervoor dat de hoofdstekker een dusdanige positie heeft, dat deze na installatie gemakkelijk aangesloten kan worden. Verwijder verpakking (6) alleen als er te weinig ruimte is.
3.Plaats het apparaat op een dusdanige manier in het keukenblok dat er een ruimte van 4mm overblijft aan de kant waar u de deur opent. Stel de boven- en onderkant van de steunhaken (2) dusdanig in dat de voorkant van d koelkast aansluit bij de rest van het keukenblok. Zie detail X.
4.Isoleerstrip (1) op maat snijden en op de kant aanbrengen waar u de deur opent om de ruimte tussen apparaat en rest keukenblok te sluiten. (duw de strip (a) in de ruimte). Verwijder beschermlaag van het plastic profiel alvorens aanbrengen.
5.Duw het apparaat tegen het zijpaneel van het keukenblok, en bevestig het onder en boven (3).
6.Breng de verbindende elementen (4) van de deur aan op de juiste hoogte. Houd rekening met het aantal deuren. Open de deur, breng de verbindingsstaaf (5) aan, en schroef deze in de deur van het keukenblok. Houd hierbij een afstand (d) aan tot de rand van de deur (d=dikte van het paneel). Breng het verbindingselement dusdanig aan dat de kant waar de deur opent, in gesloten toestand geen contact maakt met de rest van het blok. (Ong. 1mm ruimte voor grote apparaten). Bevestig het tweede verbindende element van de deur op de juiste plek aan.
7.Dicht de opening in de koelkastdeur.
*De ondergrond moet waterpas en even zijn. Oneffenheden wegwerken door een vaste, even bodemlaag aan te brengen.
*Aan de achterkant van het apparaat moet minstens 38 mm ventilatieruimte zijn.
*Luchtaanvoer A moet minstens 200 vierkante cm zijn en luchttoevoer moet open zijn.
*Controleer of de positie van de stekker (1) goed is. AC voltage moet geschikt zijn, zie hiervoor het dataschildje dat zich aan de linkerbinnenkant, naast de groentelade, van het
⑹
⑵
⑵ | 4mm |
x ⑴
⑵
⑷ ⑸
⑶
apparaat bevind. Stopcontact moet geaard zijn.
b | a | d |
|
(Figuur C)
47 | 48 |