Digitale Audio Signalen

Bediening

Denk er aan dat Dolby Digital 2.0 signalen (bijv. ‘D.D. 2.0’ nummers op DVD) die gecodeerd zijn met Dolby Pro Logic informatie en binnenkomen via een digitale ingang automatisch in Dolby Pro Logic II Movie worden afgespeeld (als aanvulling op de Dolby Digital functie) en in 5.1 kanaals sur- round worden weergegeven.

Voor een breed en omringend geluid en duidelij- ke bewegingen met analoge stereo opnamen kiest u Dolby Pro Logic II Music of Emulation functie of het exclusieve Harman Kardon Logic 7 Music voor een dramatische verbetering ver- geleken met Dolby Pro Logic (I) van voorheen.

Opmerking: wanneer een programma is gecodeerd met matrix surround informatie blijft deze informatie behouden zolang het programma in stereo wordt uitgezonden. Kortom, films met surround geluid kunnen op elke analoge wijze worden gedecodeerd: Pro Logic II en IIx Cinema, Logic 7 Cinema of DTS Neo:6 Cinema wanneer ze via conventionele TV-zenders, kabel of betaal- TV of satelliet worden uitzonden. Bovendien wor- den er steeds meer TV-programma’s, sportuitzen- dingen, hoorspelen en muziek-CD’s opgenomen met surround geluid. U kunt een overzicht van deze programma’s bekijken op het web van Dolby Laboratories: www.dolby.com.

Zelfs wanneer een programma niet genoteerd staat als met internationale surround informatie kan het zijn dat de Dolby Pro Logic II en IIx Music, DTS NEO:6 Music of Logic 7 Music of Enhanced functie uitstekende surround weergave biedt, door gebruik te maken van de natuurlijke surround informatie die in alle stereo-opnamen aanwezig is.

Bij programma’s echter zonder enige surround informatie probeert u de 5/7 Kan. Stereo functies, die vooral effectief zijn bij oude ‘extreme’ stereo- opnamen. Wanneer u uitsluitend de beide front luidsprekers gebruikt, kies dan één van de Dolby Virtual Speaker surround functies zodat een virtu- eel driedimensionale weergave ontstaat met slechts twee luidsprekers.

Surround functies kunnen zowel op de voorzijde als op de afstandsbediening worden gekozen. Om vanaf het frontpaneel een nieuwe surround functie te kiezen, drukt u eerst op Surround Functie %S om het menu Surround Functie te openen. Ga dan met KL 5F naar het sig- naal dat u wilt veranderen en bevestig met OK om het overzicht met beschikbare Surround Functies voor dit type signaal op te roepen. Kies dan weer de gewenste Surround Functie en bevestig dat met OK. Druk op Terug/Verlaten ^O om het menu te verlaten.

Bovendien zal de AVR bij aanwezigheid van een digitale bron automatisch naar de juiste functie (Dolby Digital of DTS) overschakelen, e.e.a. onaf- hankelijk van de tevoren gekozen functie. Meer informatie over het kiezen van digitale bronnen in het volgende hoofdstuk van deze handleiding.

Wanneer de 6-kanaals/8-kanaals directe ingan- gen in gebruik zijn, is er geen surround proces- sing, daar deze ingangen de analoge signalen gebruiken van een extra, externe DVD-Audio of SACD-speler, dan wel een ander apparaat, die regelrecht naar de volumeregelaar gaan.

Om naar een programma te luisteren in traditio- neel tweekanaals stereo met alleen de front luid- sprekers links en rechts (en de subwoofer indien geïnstalleerd en geconfigureerd), kiest u 2 CH (2 Kanaals) in het Surround Functie menu.

Digitale Audio Signalen

Digitale audiosignalen bieden meer opslagruimte waardoor de ook een center kanaal en een surround kanaal direct in het signaal kan worden opgenomen. Het resultaat is een verbeterde geluidskwaliteit en een opmerkelijke directheid, daar elk van de kanalen discreet wordt gereproduceerd.

Ook is het mogelijk slechts twee kanalen te benutten en dan kan de ruimte worden gebruikt voor een hogere sampling frequentie en zo een betere geluidskwaliteit. Hoge resolutie opnamen klinken meestal buitengewoon vervormingsvrij op alle frequenties, maar vooral op de hogere.

Voor meerkanalen digitale opnamen worden doorgaans de 5.1-, 6.1- of 7.1 formaten gebruikt. De kanalen opgenomen in een 5.1-opname zijn front links, center, front rechts, surround links, surround rechts en LFE. Het LFE kanaal wordt aangegeven als “.1” om aan te geven dat dit kanaal beperkt is tot de lage frequenties.

6.1-Kanalen opnamen hebben een extra enkelvoudig surround achter kanaal en 7.1- kanalen opnamen hebben een surround achter links en een surround achter rechts kanaal naast de al genoemde 5.1-kanalen. Nieuwe formaten zoals Dolby TrueHD, Dolby Digital Plus, DTS-HD en DTS-HD Master Audio zijn beschikbaar in 7.1- kanalen configuraties. De AVR 255/355 kan de nieuwe formaten afspelen voor een nog opwinderder home theater belevenis.

Opmerking: om de 6.1- en 7.1-kanalen surround functies te gebruiken, dient de

AVR 255/AVR 355 zo te worden geconfigureerd dat de Surround Achter kanalen actief zijn. Zie de paragraaf Manual Setup (zelf instellen) op pagina 24 voor nadere informatie.

De Digitale formaten omvatten Dolby Digital 2.0 (twee kanalen), Dolby Digital 5.1, Dolby Digital EX, Dolby Digital Plus, Dolby TrueHD, DTS-HD, DTS-HD Master Audio, DTS 5.1, DTS-ES (6.1 Matrix en Discreet), DTS 96/24, 2-kanalen PCM in 32, 44,1 en 48 of 96 kHz, en 5.1 of 7.1 meerkanalen PCM.

Wanneer een digitaal signaal wordt ontvangen detecteert de AVR 255/AVR355 de code en het aantal kanalen. Het aantal kanalen verschijnt kort in de display met drie cijfers, gescheiden door schuine streepjes, b.v. “3/2/.1”.

Het eerste cijfer geeft het aantal front kanalen aan in het signaal:

“1” Geeft een mono-opname aan, meestal een oudere opname die digitaal is geremasterd of, zeldzaam, een moderne opname waarvoor de regisseur een speciaal effect heeft gekozen.

“2” Geeft de aanwezigheid van een linker en rechter kanaal aan, zonder center kanaal.

“3” Geeft de drie front kanalen aan: links en rechts en center.

Het tweede cijfer geeft aan of er surround kanalen aanwezig zijn:

“0” Geeft aan dat er geen surround informatie aanwezig is.

“1” Geeft aan dat een matrix surround signaal aanwezig is.

“2” Geeft aan dat discrete links en rechts

surround kanalen aanwezig zijn.

“3” Wordt gebruikt bij DTS-ES bitstream om de aanwezigheid aan te geven van het discrete surround achter kanaal, naast de links en rechts surround kanalen aan de zijkant.

“4” Wordt gebruikt bij 7.1-kanalen digitale formaten zoals Dolby TrueHD, Dolby Digital Plus, DTS-HD en DTS-HD Master Audio om de aanwezigheid aan te geven van twee discrete surround zijkanalen en twee discrete surround achter kanalen.

Het derde cijfer geeft het LFE-kanaal aan:

“0” Geeft aan dat er geen LFE-kanaal aanwezig is.

“.1” Geeft aan dat er een LFE-kanaal aanwezig is.

De 6.1-kanalen signalen – Dolby Digital EX en DTS-ES Matrix en Discreet – bezitten ieder een code die de receiver een signaal geeft dat het surround achter signaal gedecodeerd moet worden.

Voor Dolby Digital EX materiaal wordt het binnenkomende signaal aangegeven als 3/2/.1 EX-ON. Voor oudere discs kan de display EX-OFF (EX uit) aangeven, maar kunt u nog altijd zelf de functie Dolby Digital EX kiezen.

32BEDIENING

Page 32
Image 32
Harman-Kardon 255, 355 manual Digitale Audio Signalen, Bediening