
3.SCRATCH / SEARCH – Druk op deze knop om de JOG WHEELS in de Scratch- of
4.PLAY / PAUSE – Start of pauzeert het afspelen van de track. Als u de track pauzeert, wordt het Cue Point op dit punt gezet.
5.CUE – Druk op CUE en de track spring terug naar Cue Point en pauzeert daar. (Als u nog geen Cue Point met de PLAY /
6.REV – Speelt de track op dat deck achteruit af.
7.SYNC – Druk op deze knop om de snelheid in te stellen en om het ritme van de track op het ene deck automatisch aan het ritme van het andere deck aan te passen.
8.LOAD – Druk op deze knop om de geselecteerde track op dit deck te laden.
9.PITCH
10.TREBLE – Aanpassen van de hoge tonen van de muziek op dit deck.
11.TREBLE – Aanpassen van de lage tonen van de muziek op dit deck.
12.VOLUME – Aanpassen van het volume van de muziek op dit deck.
13.MASTER VOLUME – Aanpassen van het volume van de complete mix (de muziek van beide decks samen). Om het volume van elk dek apart in te stellen, gebruik je de VOLUME knoppen.
14.CROSSFADER – Schuif de CROSSFADER in de richting van een deck om de track van dat deck duidelijker in de mix te horen. Dit is een belangrijk DJ hulpmiddel om tracks te mengen, van de ene track naar de volgende te gaan en om algemeen een goede mix te kunnen maken.
12