Werken met aangepaste geluidsmodi (Advanced SCM)

U kunt voor elke afspeelbron een aangepaste geluidsmodus selecteren en in het geheugen vastleggen. Dit is mogelijk dankzij de voorziening met de naam ‘Advanced SCM’ (Sound

Control Memory).

De geluidsmodi selecteren en opslaan

Als u een geluidsmodus hebt geselecteerd, wordt deze in het geheugen opgeslagen en wordt de modus elke keer weer opgeroepen wanneer u dezelfde geluidsbron selecteert. Voor elk van de volgende geluidsbronnen kan een geluidsmodus worden opgeslagen: FM1, FM2, FM3, AM en CD.

Als u de geluidsmodus van uw keuze niet voor elke geluidsbron apart wilt instellen, maar wel elke geluidsbron dezelfde geluidsmodus wilt toekennen, verwijzen we u naar de instructies in de paragraaf ‘***Advanced SCM annuleren’ op pagina 24.

NEDERLANDS

Link-indicator/ Indicator voor de geluidsmodus

Indicator voor de equalizer

1

1 SCM

Selecteer de geluidsmodus van uw keuze.

Elke keer wanneer u op de toets drukt, verandert de geluidsmodus en wel als volgt:

Als de Link-indicator op de display aan gaat (en voor “SCM LINK” de instelling “LINK ON” is gekozen - zie pagina 24), kan de geselecteerde geluidsmodus voor de desbetreffende afspeelbron in het geheugen worden opgeslagen. Het effect is meteen op de afspeelbron van toepassing.

Als de Link-indicator op de display NIET is aan is (en “SCM LINK” is ingesteld op “LINK OFF”), is de geselecteerde geluidsmodus op elke willekeurige afspeelbron van toepassing.

 

Weergave:

Voor:

 

Standaardinstelling

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Bas

 

Treble

 

Loud

 

 

 

 

 

 

 

 

 

SCM OFF

(Vlak geluid)

00

 

00

 

Aan

 

 

 

 

 

 

 

 

 

BEAT

Rock- of discoritme

+02

 

00

 

Aan

 

 

 

 

 

 

 

 

 

SOFT

Rustige achtergrondmuziek

+01

 

– 03

 

Uit

22

 

 

 

 

 

 

 

POP

Lichte muziek

+04

 

+01

 

Uit