•Met “CEQ LINK” op “LINK ON” gesteld
De gekozen geluidsfunctie kan voor de huidige bron in het geheugen worden vastgelegd. Wanneer u later naar deze bron schakelt, zal de daarvoor gekozen geluidsfunctie worden opgeroepen en de aanduiding daarvan op het display worden getoond. De
•Met “CEQ LINK” op “LINK OFF” gesteld
Het effect van de gekozen geluidsfunctie wordt voor iedere bron gebruikt.
Geluidsweergave aanpassen en opslaan
Het is mogelijk om de geluidskarakteristieken aan uw eigen wensen aan te passen en in het geheugen op te slaan.
NEDERLANDS | • Voor het uitvoeren van de onderstaande |
| |
| stappen geldt een tijdslimiet. Als de procedure |
| wordt afgebroken voordat u deze hebt voltooid, |
| moet u opnieuw bij stap 1 beginnen. |
| 1 Druk op MODE (M). |
| “MODE” verschijnt hoger op |
| het display en de cijfertoetsen |
| werken nu als andere |
| functietoetsen. |
2 Druk op EQ (equalizer) terwijl “MODE” nog op het display wordt getoond.
De laatst gekozen
geluidsfunctie wordt
opgeroepen en voor de ingestelde bron gebruikt.
De indicator voor de geluidsmodus knippert.
Bijv.: Indien u hiervoor “ROCK” had gekozen.
3 Selecteer de geluidsmodus die u wilt aanpassen.
4 Selecteer de onderdelen die u wilt aanpassen.
•Zie bladzijde 22 voor meer informatie.
5 Pas het niveau aan.
Om het niveau te verhogen.
Om het niveau te verlagen.
Het patroon op de indicator voor de equalizer verandert wanneer u de weergave van lage of hoge tonen aanpast.
Bijv.: Als u “TRE” aanpast.
6 Herhaal stappen 4 en 5 voor het instellen van andere onderdelen.
7 Herhaal dezelfde procedure als u andere geluidsmodi wilt aanpassen.
De fabrieksinstellingen herstellen, herhaal de
procedure en ken de fabrieksinstellingen toe. U
vind deze in de tabel op deze bladzijde 23.
24