bedragen. Bij een vrije ruimteventilatie moet een toevoerluchtstroom van 1 x ruimtevolume (m3/h) aangenomen worden (luchtwisselingswaarde LW = 1/h).

ξVoor voldoende frisse lucht toevoer zorgen.

ξStofvangers met stofexplosiebeveiliging van type 1 zijn veiligheidstechnisch geschikt voor het afzuigen van brandbare stoffen (vochtig en droog) van

stofexplosieklassen St 1 en St 2 (Kst- waarde < 300 bar x m x s-1) in zone 22 (zie Elex V, § 2 (4)). Deze mogen uitsluitend gebruikt worden voor het opzuigen van oppervlakverontreinigingen.

ξStofvangers met stofexplosiebeveiliging van type 1 zijn veiligheidstechnisch geschikt voor het afzuigen van brandbare stoffen (vochtig en droog) van

stofexplosieklassen St 1 en St 2 (Kst- waarde < 300 bar x m x s-1) in zone 22 (zie Elex V, § 3 (4)). Deze zijn niet geschikt voor het afzuigen van objecten (houtbewerkingsmachines) waarbij werkzame ontstekingsvonken niet uitgesloten zijn. Deze mogen uitsluitend gebruikt worden voor het afzuigen van afzonderlijke stofbronnen.

ξIndustriële stofzuigers en stofvangers met stofexplosiebeveiliging zijn veiligheidstechnisch niet geschikt voor het op- resp. afzuigen van explosiegevaarlijke of hiermee gelijkgestelde stoffen als bedoeld in § 1 Spreng G, van stoffen van stofexplosieklasse St 3, van brandbare vloeistoffen.

ξBij gebruik is het gebruik van elektrische koppelingsinrichtingen en adapters niet toegestaan.

ξHet stofopvangreservoir moet indien nodig, echter altijd na gebruik, leeggemaakt worden. Er mogen uitsluitend originele toebehoren gebruikt worden.

ξEr mogen geen vloeistoffen, agressieve gassen, licht ontvlambare media of gloeiende deeltjes (glimnesten of iets dergelijks) aangezogen worden. Het gebruik van de stofvanger in b.v. lakwerkplaatsen is verboden. Het afzuigen op houtbewerkingsmachines waarbij men bedacht moet zijn op werkzame ontstekingsvonken en glimnesten (b.v. meerbladzagen), is verboden.

ξGeen ontstekingsbronnen opzuigen! Geen vonkproducerende machines afzuigen!

ξLet op! Na elk gebruik van het apparaat, echter ten minste elke dag een reiniging uitvoeren! (zie hoofdstuk 9)

Let op:

Veiligheidsinrichtingen ter voorkoming of eliminatie van risico's moeten volgens § 39(3), VBG 1 – Algemene voorschriften – en volgens TRGS 560 regelmatig onderhouden en regelmatig en ten minste maandelijks op hun veiligheidstechnisch correct functioneren gecontroleerd worden door een vakkundig persoon. Zie hoofdstuk 14.

4Afweren van risico's

Mechanisch

Alle door elektromotoren aangedreven, bewegende machinedelen zijn afgedekt door vaststaande, veilig bevestigde en alleen met gereedschap te verwijderen veiligheidsbekledingen.

Restrisico: Is een, alleen met gereedschap los te maken bekleding verwijderd, dan kan een verwonding bij lopende machine niet uitgesloten worden.

• Elektrisch

Alle elektrische delen zijn afgedekt door vaststaande, veilig bevestigde en alleen met gereedschap te verwijderen veiligheidsbekledingen. Het apparaat voldoet aan beschermklasse I volgens EN 60 335.

Restrisico: Is een, alleen met gereedschap los te maken bekleding verwijderd, dan kunnen risico's door een elektrische schok niet uitgesloten worden.

• Stof

Door gebruik van wegwerp-spanenzakken met afsluitbare opening is een stofarm afvoeren van het opgevangen materiaal gewaarborgd.

Restrisico: Bij het verwisselen van een spanenzak is het inademen van stof niet uitgesloten.

Het naleven van de aanwijzingen in hoofdstuk 10 (Afvoeren van het opgevangen materiaal) zorgt ervoor, dat deze risico's tot een minimum beperkt worden.

5 Levering en montage

Het apparaat is reeds compleet gemonteerd.

1)De verpakkingsfolie verwijderen.

2)De bevestigingssteunen waarmee het apparaat op de pallet bevestigd is, eraf schroeven.

3)Het apparaat met een tweede persoon van de pallet tillen.

6 Overzicht

Zie pagina 3 (uitklappen a.u.b.).

1Sluitingen (spanenreservoir)

2 Filterreservoir

3 Reinigingshendel

4 Manometer

5 Knop (overbelastingsbeveiliging), alleen bij SPA 2002 W

6 Aan/uit-schakelaar

7Vergrendelbaar apparaatwiel

8 Spanenreservoir

9 Kijkvenster (mate van vulling)

7 Inbedrijfstelling

Aanwijzing: De meegeleverde afzuigslang en spanenzak bevinden zich binnenin het reservoir (8).

7.1 Plaatsen

De stofvanger moet zo dicht mogelijk bij de houtbewerkingsmachine geplaatst worden. De plaatsing moet geschieden op een vlakke ondergrond. Het achterste apparaatwiel vergrendelen.

7.2 Spanenzak aanbrengen

1)Beide sluitingen (1) gelijktijdig omhoog klappen: het reservoir (8) wordt neergela- ten.

2)Reservoir naar voren eruit rollen.

3)Nieuwe spanenzak in het reservoir leggen (erop letten, dat de spanenzak zo glad mogelijk tegen de reservoirwand ligt)

NEDERLANDS

en zo mogelijk zonder plooien rondom ca. 6-10 cm over de reservoirrand omslaan (zie afbeelding pagina 3).

4)De spanenzak moet in het bereik van het kijkvenster (9) glad liggen, zodat de mate van vulling afgelezen kan worden.

5)Reservoir onder de stofvanger rollen.

6)Beide sluitingen (1) gelijktijdig sluiten: het reservoir wordt opgetild en afdichtend verbonden met de stofvanger.

Bij de volgende keer inschakelen wordt een onderdruk in het reservoir geproduceerd. Daardoor gaat de spanenzak automatisch tegen de reservoirwand liggen en u verkrijgt een optimale benutting van de inhoud van de spanenzak.

7.3 Afzuigslang aansluiten

Uitsluitend elektrisch geleidende slangen gebruiken. Slangen van kunststof moeten moeilijk ontvlambaar zijn.

1)Aan een uiteinde van de spiraalslang de metalen spiraal zodanig isoleren, dat een ca. 5 cm lang stuk van de metalen spiraal uitsteekt.

2)Het slangstuk waaruit de metalen spiraal verwijderd werd, afsnijden.

3)Het geïsoleerde stuk metalen spiraal zodanig ombuigen, dat het binnenin de spiraalslang steekt.

4)Het slanguiteinde (en een slangklem) op het afzuigaansluitstuk van de stofvanger schuiven en met de slangklem bevestigen: de slangklem zodanig aanbrengen, dat de geïsoleerde metalen spiraal tegen het afzuigaansluitstuk van de stofvanger gedrukt wordt, om te zorgen voor een elektrisch geleidende verbinding.

Let op, dat de elektrische verbinding tussen slang een afzuigaansluitstuk van de stofvanger correct is.

Let bij het aansluiten van de draaistroomuitvoering (SPA 2002 D) op de juiste draairichting.

7.4Netaansluiting

Controleer, voordat de machine in gebruik wordt genomen, of de op het typeplaatje aangegeven spanning met de netspanning overeen komt.

7.5 In-/uitschakelen

Na het aansluiten van de afzuigslang op de houtbewerkingsmachine:

1)eerst de stofvanger met de aan/uit- schakelaar (6) inschakelen,

2)dan de houtbewerkingsmachine inschakelen

Het uitschakelen geschiedt in omgekeerde volgorde.

8Bewaking van de minimum volumestroom

De onderdruk moet door aflezen op de manometer (4) bewaakt worden.

a.) Gebruik als stofvanger

Op de stofvanger kunnen houtbewerkingsmachines met verschillende afzuigaansluitstukdiameters aangesloten worden. Daarbij moet erop gelet worden, dat de afgezogen volumestroom niet beneden een bepaald minimum komt. Deze minimum vollumestroom is afhankelijk van de aansluitstukdiameter van de stofproducerende machine.

Op de schaal van de manometer is een rood bereik met vermelding van de afzuigaansluitstukdiameter gemarkeerd.

17