4. Gebruik
4.3 Uitschakelen van parallelle UPS-systemen
|
| 1 | – Druk op de stopknop 38 | van elk apparaat. | |
|
| 2 | - Bevestig met functietoets | 32 | . |
? |
| De verbruiker is niet meer beveiligd door de | |||
| 32 | krijgt energie via het | |||
|
| ||||
| 38 |
|
|
|
|
| 18 | 3 | - Zet de batterijschakelaar | 19 (QF1) van elk apparaat op OFF | |
| (of verzet de batterijbeveiligingsschakelaars van de hulpkasten indien | ||||
|
| ||||
|
| aanwezig). |
|
| |
|
| 4 | - Zet de ingangsschakelaar | 18 (Q1) van elk apparaat op OFF. | |
| 19 |
|
|
|
|
|
| De batterij’s worden niet meer opgeladen. |
4.4 Opnieuw inschakelen van parallelle UPS-systemen
Controleer of de
18
1 - Controleer of de
2 - Controleer of de uitgangsschakelaar (Q5N) van de externe bypass- kast gesloten is.
3 - Controleer of de
? |
19kast open is.
Herhaal stap 4 t/m 6 voor alle
4 - Zet de netschakelaar 18 (Q1) op ON.
225 - Wacht 10 s totdat de circuits geïnitialiseerd zijn.
6 - Zet de batterijschakelaar 19 (QF1) op ON (of verzet in voorkomend geval de batterijbeveiligingsschakelaars van de hulpkasten):
| De |
32 | LED’s 35 en 36 uit en gaat LED 34 branden. |
|
37 De verbruiker wordt beveiligd door de UPS-systemen. 36
35Als LED 34 uit blijft, druk dan op de
34 | (het apparaat staat nu in handmatige inschakelfunctie) en bevestig | ||
indien noodzakelijk met functietoets 32 | . | ||
|
Als LED 34 nog steeds uit blijft en één van de LED’s 35 of 36 brandt: er is een storing opgetreden (zie §5.1).
Pagina 36 - 51030375NL/CB