GASFLES
Gebruik uitsluitend goedgekeurde gasflessen. Zorg ervoor dat de fles voldoende gas bevat voor een goede werking van het apparaat. Neem in geval van twijfel contact op met het lokale gasbedrijf.
•Plaats de fles altijd verticaal op een vlakke ondergrond naast de barbecue. (alleen in
•Draai altijd voorzichtig aan de gastoevoerkraan.
•Sluit nooit een
•Bewaar geen reservegasfles in de buurt van een werkend apparaat. Gasflessen mogen niet worden blootgesteld aan overmatige hitte of direct zonlicht.
INSTALLATIE VAN DE GASFLES: Plaats de fles in het gat van het onderste rek.
ALLEEN IN
BELANGRIJK: Zorg ervoor dat de gasslang zo loopt dat er voldoende afstand blijft tegenover de onderkant van het apparaat.
AANSLUITING VAN DE GASFLES: Zorg ervoor dat er geen kinken zijn in de slang van de gasregelaar. Verwijder de dop of plug van de gastoevoerkraan. Bevestig de regelaar aan de gastoevoerkraan. Test alle verbindingen op lekkage voordat u de barbecue gebruikt. De lektest moet op de volgende momenten worden uitgevoerd: jaarlijks, telkens als een gasfles wordt aangesloten of wanneer een gasonderdeel werd vervangen.
GASSLANG
•Indien de slang en de regelaar niet door de fabrikant worden meegeleverd, dan mogen alleen goedgekeurde slangen en regelaars worden gebruikt.
•Sluit het apparaat niet aan op een permanente gasinstallatie.
•Zorg ervoor dat de slang niet in contact komt met vet, ander heet braadvet of hete oppervlakken van de barbecue.
•Controleer de slang regelmatig. Indien hij gescheurd, gesmolten of versleten is, moet hij worden vervangen voordat het apparaat opnieuw wordt gebruikt.
•De voor de slang aanbevolen lengte bedraagt 0,5 m. Hij mag niet langer dan 1,5 m zijn.
•Zorg ervoor dat er bij de installatie geen verdraaiing of kinken zijn in de slang.
•Vervang de slang vóór de vervaldatum die erop vermeld staat.
21