Voor u begint

4.0 Instelprocedure:

1.Plaats eerst de batterijen in de hoofdunit en druk daarna één keer op de RESET- toets.

2.Plaats de hoofdunit zo dicht mogelijk naast de externe sensor en plaats de batterijen in de externe sensor. Druk daarna op de RESET-toets.

3.Plaats de hoofdunit en de externe sensor binnen het zendbereik dat onder normale omstandigheden 30 tot 45 meter bedraagt. Het bereik is afhankelijk van de gebruikte bouwmaterialen en de plaats waar de hoofdunit en de externe sensor opgehangen worden. Probeer verschillende locaties uit en kijk wat het beste resultaat geeft.

Opmerking: Hang de externe sensor in de schaduw voor nauwkeurige meetresultaten.

4.1 Beginnen

Op het moment dat de externe sensor ingeschakeld wordt (of wanneer er op de RESET-toets wordt gedrukt) zendt de sensor een signaal naar de hoofdunit. De hoofdunit probeert 5 minuten om het signaal te vinden.

Als het signaal opgevangen wordt, veranderen de streepjes (--.-°F) op de hoofdunit in de buitentemperatuur van dat moment. Druk op de RE-SYNC-toets op de hoofdunit als de buitentemperatuur na 5 minuten niet op het scherm verschijnt. De hoofdunit probeert nu gedurende 6 minuten het signaal te vinden.

5.0 Problemen oplossen

Druk op de RESETtoets (--.- °F) telkens wanneer er streepjes op het scherm verschijnen en/of om ervoor te zorgen dat de externe sensor in een lijn ligt met de hoofdunit.

Als de buitentemperatuur niet ontvangen kan worden, controleer dan:

1.De afstand tussen de hoofdunit of de externe sensor en interferentiebronnen

zoals computerschermen en televisietoestellen dient minstens 0,9 tot 1,2 meter te bedragen.

2.Plaats de hoofdunit niet in de onmiddellijke nabijheid van metalen raamkozijnen.

3.Het gebruik van andere elektrische apparatuur zoals koptelefoons en luidsprekers op dezelfde frequentie (433 MHz) kan de correcte verzending en ontvangst van signalen verstoren.

4.Buren die elektrische apparatuur gebruiken die werkt op een signaalfrequentie van 433 MHz kunnen ook interferentie veroorzaken.

5.Signalen van andere huishoudelijke apparaten zoals deurbellen en huisbeveiligingssystemen kunnen tijdelijk interfereren met de units en de ontvangst verstoren. De verzending en ontvangst van temperatuurmetingen wordt hervat wanneer de interferentie verdwenen is.

Het maximale zendbereik is 45 meter van de externe sensor tot de hoofdunit (in open veld). Maar afhankelijk van het soort omgeving en het interferentieniveau kan het bereik kleiner zijn. Het temperatuursignaal wordt in een rechte lijn van de externe sensor naar de hoofdunit gezonden. Het signaal gaat niet met een bocht rond een voorwerp. Als er geen ontvangst mogelijk is, terwijl er rekening gehouden wordt met deze factoren, zullen alle units gereset moeten worden.

Opmerking: Voor het resetten van de units zie Instelprocedure. (Zie hoofdstuk 1.0).

&,

Page 17
Image 17
National Geographic 260NE manual