Kookinstructies
Water toevoegen
Microgolven worden aangetrokken door watermoleculen. Voedsel met een ongelijkmatige vochtverdeling kunt u het beste afdekken of zo in de magnetron plaatsen dat de hitte zich gelijkmatig over het voedsel kan verdelen. Voeg aan een droog gerecht wat water toe.
Algemene tips
•Het verwarmen van compact voedsel, zoals aardappelen, kost meer tijd dan het verwarmen van minder compact voedsel. Gerechten met een fijne samenstelling moeten op een laag vermogen verwarmd worden. Daarmee voorkomt u dat het taai wordt.
•De hoogte en het type kookgerei dat u gebruikt kan invloed hebben op de bereidingstijd. Als u een nieuw recept gebruikt, kunt u het beste een lage bereidingstijd aanhouden en regelmatig controleren om te voorkomen dat het te heet wordt of verbrandt.
•Voedsel met een niet poreuze schil of buitenkant, zoals aardappelen, eieren en worstjes , moet u inprikken. Daarmee voorkomt u dat het voedsel uit elkaar barst.
•Het gebruik van olie en vet bij het bereiden van gerechten wordt afgeraden. Vet en olie kan plotseling gaan koken en ernstige brandwonden veroorzaken.
•De ene ingrediënt kan sneller heet worden dan de andere. Wanneer u bijvoorbeeld een stuk appeltaart verwarmt, zal de vulling eerder warm zijn dan de buitenkant. Door hiermee rekening te houden, kunt u verbranding voorkomen.
•Het wordt afgeraden om voedsel met behulp van de magnetron in te maken, omdat niet alle schadelijke bacteriën door het verhittingsproces van de magnetron vernietigd worden.
•Hoewel het kookgerei zelf niet wordt verhit door de magnetron, wordt de hitte van het gerecht wel overgebracht op het kookgerei. Gebruik daarom altijd ovenwanten wanneer u een gerecht uit de magnetron haalt. Als u kinderen hebt, moet u er beslist voor zorgen dat ze ovenwanten dragen als ze iets uit de magnetron mogen halen.
Appendix
Problemen oplossen | NL |
|
Voordat u een reparateur laat komen of de servicedienst belt, kunt u aan de hand van onderstaand lijst nagaan of u het probleem zelf kunt oplossen.
De magnetron werkt niet goed
•Controleer de accuspanning. De werkspanning moet voor de magnetron meer dan 21,5V en minder dan 29,5V zijn.
•Controleer of de deur goed dicht zit.
•Controleer of de bereidingstijd goed is ingesteld.
•Heeft u de Start( ) +30 s ingedrukt? Als de deur nog open staat, sluit u de deur en drukt u op de toets Start( ) +30 s.
•Controleer of de veiligheidszekering op de positieve (+) kabel is aangesloten, vlakbij de accu.
•Controleer of de kabelklemmen goed op de magnetron zijn aangesloten.
•Door een onjuist gebruik van de magnetron kan deze ermee stoppen en wordt in het display een foutmeldingcode getoond (zie pagina 9).
Voedsel wordt niet snel genoeg warm
•Controleer of het bakje of de schaal geschikt is voor de magnetron.
•Verwarm niet teveel voedsel tegelijk.
•Misschien is de bereidingstijd te kort ingesteld.
• Misschien is de accuspanning te laag.
U ziet vlammetjes of hoort geknetter
•Verwijder eventueel metalen bestek of keukengerei of metalen strips. Als u gebruik maakt van aluminiumfolie, moet u dit beperken tot smalle stroken en minimaal 3 cm tussenruimte laten tussen het folie en de wanden van de magnetron.
Het draaiplateau maakt geluid of blijft steken
•Maak het draaiplateau, de geleidingsring en de bodem van de magnetron schoon.
•Controleer of het draaiplateau en de geleidingsring goed geplaatst zijn.
11