￿￿￿￿￿￿￿￿￿￿￿￿￿￿￿!￿￿￿￿￿￿￿￿￿￿￿￿￿￿￿￿￿￿￿￿￿￿￿￿￿￿￿￿￿￿￿￿￿￿￿￿￿￿

Installatie-eisen voor de magnetron

NL Eisen

Eisen voor een juiste werking van de magnetron:

Werkspanning: 24V DC.

Remspanning: min. 21,5V, max. 29,5V.

De capaciteit van de batterij moet minimaal 45 Ampere uur zijn bij 24V.

Sluit de magnetron indien mogelijk aan op een extra (tweede) accu.

Onderdelen

Magnetron, draaiplateau, plastic afdekplaatje, installatiesteunen (links/rechts, 6-#5 zelftappende schroeven, 7-#4 schroeven, gebruiksaanwijzing. Een stroomkabel voor aansluiting van de accu wordt niet standaard meegeleverd.

Benodigde onderdelen bij installatie

Controleer voordat u de magnetron gaat installeren, of u over de volgende onderdelen beschikt: ,

6 zelftappende schroeven #5 (De lengte van de schroeven hangt af van de installatie-eisen.)

7 zelftappende schroeven #4 (paneel buitenkant).

2 stroomkabels: een rode en een zwarte (voor de lengte en dikte van de verbindingskabels, zie pagina 6).

Kabelklem, kabelband en isolatieband.

• Afhankelijk van de plaats waar u de magnetron installeert, kunt u nog de volgende gereedschappen nodig hebben:

Liniaal, krijtje, hamer en een fretboor.

Boormachine

Set steeksleutels (ring en vork)

Tangetje, soldeerbout

Schroevendraaier

Installatie

installatietips

Controleer voordat u de magnetron installeert het volgende: De magnetron moet geplaatst worden op een horizontale, vlakke en stevige ondergrond.

Plaats de magnetron niet op een vochtige of warme locatie.

Laat voor ventilatie aan alle zijden een vrije ruimte open van 50mm (Fig.1).

Houd rekening met het gewicht van de magnetron. Controleer of verstevigen d.m.v. bijvoorbeeld steunen noodzakelijk is.

Voor het vaststellen van de plaatsen van de gaten: zie Fig. 2 en volg de instructies op.

WAARSCHUWING

Installeert u de magnetron in een voertuig, controleer dan eerst of de plaats die u gekozen hebt veilig genoeg is (ook wanneer plotseling moet worden geremd of bij een ongeval).

Markeer, voordat u een gat gaat boren, eerst met een hamer en een puntig voorwerp de locatie.

Maak de randen van de gaten glad en breng wat anti-roest aan.

Verwijder een van de schroeven waarmee het paneel aan de buitenkant van de magnetron vast zit (rechts).

Maak met de 8 schroeven de linker en rechtersteun vast aan het buitenpaneel (Fig.1).

Maak met de 6 zelftappende schroeven de steunen vast aan het frame met voorgeboorde gaten (Ø 4.0~4.2). (Fig.2).

In Fig.3 ziet u een afbeelding van de magnetron op het frame .

Als de elektrische bedrading niet werkt nadat u de magnetron hebt geplaatst, kijk dan eerst op pagina 5-6 bij de instructies over “Elektrische bedrading” en installeer de magnetron daarna pas opnieuw.

Om de magnetron tegen lostrillen te beschermen, moet hij stevig worden vastgezet. Wilt u de steunen niet gebruiken, bevestig dan 8 schroeven (#4x12) links en rechts op het buitenpaneel (Fig.4).

Magnetron

6 schroeven

zelftappend

Steun rechts

Steun links

6 boorgaten

Magnetron

8 schroeven

magnetron (Fig. 1)

Voorzijde magnetron (Fig. 2)

4