36
Problemen oplossen

De onderstaande controlelijst kan u helpen b ij het

oplossen van problemen die zich met het systeem

kunnen voordoen.

Voordat u de onderstaande controlelijst doorneemt,

moet u eerst de aanwijzingen voor aansluiting en

gebruik controleren.

Als het probleem niet is opgelost, gaat u naar de

volgende ondersteuningssite.

Algemeen

Het systeem wordt niet van stroom voorzien.
•Controlee r de aansluiting of de zekering.
•Als het syste em wordt uitgeschakeld en het scherm
verdwijnt, kan het systeem niet worden bediend met
de afstandsbediening.
tSchakel het systeem in.
De elektrisch bediende antenne schuift niet uit.
De elektrisch bediende antenne heeft geen relaisdoos.
Geen geluid.
•De ATT-functie is ingeschakeld of de Telephone
ATT-functie (als de interfacekabel of een
autotelefoon is aangesloten op de ATT-kabel) is
ingeschakeld.
•De positie van de faderregelaar "FAD" is niet
ingesteld op een systeem met 2 luidsprekers.
•Het afspelen op het Bluetooth-audioapparaat is
onderbroken.
tAnnuleer de onderbreking.
Geen pieptoon.
•De piep toon is uitgeschakeld (pagina 30).
•Er is ee n optionele versterker aangesloten en u
gebruikt de ingebouwde versterker niet.
De geheugeninhoud is gewist.
•Er is op RESET gedrukt.
tSla opnieuw op in het geheugen.
•De voedingskabel of de accu is losgekoppeld of niet
juist aangesloten.
Opgeslagen zenders en tijd zijn gewis t.
De zekering is doorgebrand.
Maakt geluid wanneer de positie van de
contactsleutel wordt gewijzigd.
De kabels zijn niet goed verbonden met de
voedingsaansluiting voor accessoires van de auto.
Tijdens het afspelen of radio-ontvangst wordt
de demonstratie gestart.
Als er 5 minuten geen handeling wordt uitgevoerd en
"DEMO-ON" is ingesteld, wordt de demonstratie
gestart.
tStel "DEMO-OFF" in (pagina30).
Ondersteuningssite
http://support.sony-europe.com/
Het scherm verdwijnt van/verschijnt niet in h et
display.
•De dimmer is ingest eld op "DIM-ON" (pagina 30).
•Het scherm verdwijn t als u op (SOURCE/OFF) drukt
en deze toets ingedrukt houdt.
tDruk op (SOURCE/OFF) op het systeem en houd
deze toets ingedrukt tot het scherm verschijnt.
•De aans luitingen zijn vuil (pagina 34).
De functie voor automatisch uitschakelen
werkt niet.
Het systeem is ingeschakeld. De functie voor het
automatisch uitschakelen wordt geactiveerd nadat het
systeem is uitgeschakeld.
tSchakel het systeem uit.

Radio-ontvangst

De zenders kunnen niet worden ontvangen.
Het geluid is gestoord.
•De aans luiting is niet juist.
tSluit de bedieningskabel elektrische antenne
(blauw) of voedingskabel voor accessoires (rood)
aan op de voedingskabel van de auto-
antenneversterker (alleen als uw auto is uitgerust
met een FM/MW/LW-antenne in de achter- of
zijruit).
tControleer de aansluiting van de auto-antenne.
tAls de automatische antenne niet uitschuift,
controleert u de aansluiting van de
bedieningskabel van de elektrische antenne.
Er kan niet worden afgestemd op
voorkeurzenders.
•Sla de juiste freq uentie op in het geheugen.
•Het ontvangstsignaa l is te zwak.
Er kan niet automatisch worden afgestemd op
zenders.
•De lokale zo ekfunctie is niet correct ingesteld.
tHet afstemmen wordt te vaak onderbroken:
Stel "LOCAL-ON" in (pagina 30).
tHet afstemmen stopt niet bij een zender:
Stel "LOCAL-OFF" in (pagina30).
•Het ontvangstsignaa l is te zwak.
tStem handmatig af.
Tijdens FM-ontvangst knippert de aanduiding
"ST".
•Stem nauwkeurig af op de freque ntie.
•Het ontvangstsignaa l is te zwak.
tStel "MONO-ON" in (pagina30).
Een stereo-uitzending van een FM-programma
wordt mono weergegeven.
Het systeem staat in de mono-ontvangststand.
tStel "MONO-OFF" in (pagina30).