ESEEK –/+ toetsen

CD:

Tracks overslaan (indrukken); tracks blijven overslaan (indrukken, vervolgens binnen 1 seconde nogmaals indrukken en vasthouden); een track snel terug-/ vooruitspoelen (ingedrukt houden).

Radio:

Automatisch afstemmen op zenders (indrukken); handmatig zoeken naar zenders (ingedrukt houden).

FDiscsleuf

Plaats de disc (met het label omhoog) en het afspelen begint.

GZ (uitwerpen) toets

De disc uitwerpen.

H (voorpaneel losmaken) toets 4

IAUX-ingang 13

Voor het aansluiten van een draagbaar apparaat.

JOntvanger voor de kaartafstandsbediening

KRESET toets (achter het voorpaneel) 4

LSENS/BTM toets

Slechte ontvangst verbeteren: LOCAL/ MONO (indrukken); de BTM-functie starten (ingedrukt houden).

MEQ3 (equalizer) toets 11

Een equalizertype (XPLOD, VOCAL, CLUB, JAZZ, NEW AGE, ROCK, CUSTOM of OFF) selecteren.

NSOURCE toets

Inschakelen; de bron wijzigen (radio/CD/ AUX).

OVolumeknop/selectietoets 11

Het volume aanpassen (draaien); instelitems selecteren (indrukken en draaien).

PMODE toets 9

De radioband selecteren (FM/MW/LW).

QDSPL (display)/DIM (dimmer) toets 4, 8

Displayitems wijzigen (indrukken); de helderheid van het display wijzigen (ingedrukt houden).

RDisplay

De volgende toetsen op de kaartafstandsbediening verschillen van de toetsen op het apparaat of hebben andere functies dan de toetsen op het apparaat.

ql < (.)/, (>) toetsen

De CD/radio bedienen, heeft dezelfde functie als (SEEK) –/+ op het apparaat.

w; VOL (volume) +/– toets Het volume aanpassen.

wa ATT (dempen) toets

Het geluid dempen. Druk nogmaals op de toets om te annuleren.

ws SEL (selecteren) toets De items selecteren.

wd M (+)/m (–) toetsen

De CD bedienen, heeft dezelfde functie als

(1)/(2) –/+ op het apparaat.

wf SCRL (scroll) toets 8

Het displayitem rollen.

wg Cijfertoetsen

De opgeslagen zenders ontvangen (indrukken); zenders opslaan (ingedrukt houden).

*1 Bij het afspelen van een ATRAC CD.

*2 Bij het afspelen van een MP3-/WMA-bestand.

Opmerking

Als het apparaat wordt uitgeschakeld en het display verdwijnt, kan het apparaat niet worden bediend met de kaartafstandsbediening, tenzij op (SOURCE) op het apparaat wordt gedrukt of er een disc wordt geplaatst om het apparaat eerst te activeren.

Tip

Zie "De lithiumbatterij van de kaartafstandsbediening vervangen" op pagina 15 voor meer informatie over het vervangen van de batterij.

7