Wijzigingen in ontwerp en technische gegevens voorbehouden zonder voorafgaande kennisgeving.
•Er werden geen halogene brandvertragende producten gebruikt in de betreffende printplaat/printplaten.
•In het omhulsel werden geen halogeen bevattende brandvertragende producten gebruikt.
•Als beschermings- en opvulmateriaal werd er papier gebruikt.
Problemen oplossenDe onderstaande controlelijst kan u helpen bij het oplossen van problemen die zich met het apparaat kunnen voordoen.
Voordat u de onderstaande controlelijst doorneemt, moet u eerst de aanwijzingen voor aansluiting en gebruik controleren.
Algemeen
Het apparaat wordt niet van stroom voorzien. Controleer de aansluiting. Controleer de zekering wanneer alles in orde is.
De elektrisch bediende antenne schuift niet uit. De elektrisch bediende antenne heeft geen relaisdoos.
Geen geluid.
•Het volume is te laag.
•De positie van de faderregelaar "FAD" is niet ingesteld op een systeem met 2 luidsprekers.
Geen pieptoon.
De pieptoon is uitgeschakeld (pagina 10).
De geheugeninhoud is gewist.
•De voedingskabel of de accu is losgekoppeld.
•De voedingskabel is niet goed aangesloten.
Opgeslagen zenders en tijd zijn gewist. De zekering is doorgebrand.
Maakt geluid wanneer de positie van de contactsleutel wordt gewijzigd.
De kabels zijn niet goed verbonden met de voedingsaansluiting voor accessoires van de auto.
Het scherm verdwijnt van/verschijnt niet in het weergavevenster.
•Het scherm verdwijnt als u op (OFF) drukt en deze toets ingedrukt houdt.
tDruk op (OFF) op het apparaat en houd deze toets ingedrukt tot het scherm verschijnt.
•De aansluitingen zijn vuil (pagina 13).
De functie voor automatisch uitschakelen werkt niet.
Het apparaat is ingeschakeld. De functie voor het automatisch uitschakelen wordt geactiveerd nadat het apparaat is uitgeschakeld.
tSchakel het apparaat uit.
CD's afspelen
De disc kan niet worden geplaatst.
•Er zit al een disc in het apparaat.
•De disc is met kracht omgekeerd of in de verkeerde richting geplaatst.
De disc wordt niet afgespeeld.
•Disc defect of vuil.
•De
De disc is niet compatibel met de
Bij de volgende discs duurt het langer voordat het afspelen wordt gestart:
–discs opgenomen met een ingewikkelde structuur;
–discs die in meerdere sessies zijn opgenomen;
–discs waaraan gegevens kunnen worden toegevoegd.
De schermitems rollen niet.
•Bij sommige discs met heel veel tekens kunnen de tekens niet rollen.
•"A.SCRL" is ingesteld op "OFF".
tStel
Het geluid verspringt.
• Het apparaat is niet goed geïnstalleerd.
tInstalleer het apparaat onder een hoek van minder dan 45° op een stabiele plaats in de auto.
•Disc defect of vuil.
De disc wordt niet uitgeworpen.
Druk op Z (uitwerpen) (pagina 6).
De zenders kunnen niet worden ontvangen. Het geluid is gestoord.
•Sluit de bedieningskabel van de elektrische antenne (blauw) of voedingskabel voor accessoires (rood) aan op de voedingskabel van de
•Controleer de aansluiting van de
•De automatische antenne schuift niet uit.
tControleer de aansluiting van de antennebedieningskabel.
•Controleer de frequentie.
Er kan niet worden afgestemd op voorkeurzenders.
•Sla de juiste frequentie op in het geheugen.
•Het ontvangstsignaal is te zwak.
vervolg op volgende pagina t
15