De geluidskarakteristieken wijzigen

U kunt de balans, de fader, het laagdoorlaatfilter en het subwoofervolume regelen.

1 Druk herhaaldelijk op (SEL) tot "BAL", "FAD", "LPF" of "SUB" verschijnt.

Als u op (SEL) drukt, wordt het item als volgt gewijzigd:

LOW*1 t MID*1 t HI*1 t

BAL (links-rechts) t

FAD (voor-achter) tLPF (laagdoorlaatfilter)*2*3 tSUB (subwoofervolume)*2*4

*1 Als EQ3 is ingeschakeld (pagina 19).

*2 Als "SUB" is geselecteerd (pagina 18).

*3 De kantelfrequentie kan worden aangepast, waarbij u kunt kiezen uit 78 Hz, 125 Hz of OFF.

*4 Het volume kan in stappen worden ingesteld op een waarde tussen –10 en +10. Onder –10 wordt "ATT" weergegeven.

2 Druk op de volume +/– toets om het geselecteerde item aan te passen.

Opmerking

Pas het item aan binnen 3 seconden nadat u het hebt geselecteerd.

Het geluid snel dempen

Druk op (ATT).

Nadat "ATT-ON" kort is weergegeven, verschijnt "ATT" in het display.

Druk nogmaals op (ATT) om het vorige volume te herstellen.

Tip

Wanneer de interfacekabel van een autotelefoon is aangesloten op de ATT-kabel, wordt het volume automatisch verlaagd wanneer een telefoongesprek binnenkomt (Telephone ATT-functie).

Instellingen voor geluid en display wijzigen

— Menu

De volgende instellingen zijn mogelijk:

Instelling

REAR/SUB*1 — om te schakelen tussen audio-uitvoer via REAR of SUB.

Selecteer "REAR" om het geluid via een versterker weer te geven.

Selecteer "SUB" om het geluid via een subwoofer weer te geven.

CT (kloktijd) (pagina 16)

A.SCRL (Auto Scroll)*2 (pagina 10)

DEMO*1 — om de demonstratieweergave in of uit te schakelen.

Selecteer "ON" om de demonstratieweergave in te schakelen. De demonstratie begint ongeveer 10 seconden nadat het apparaat is uitgeschakeld.

Selecteer "OFF" om de demonstratieweergave uit te schakelen.

BEEP — om de pieptoon in of uit te schakelen.

DIM — om de helderheid van het display te wijzigen.

Selecteer "ON" om het display te dimmen.

Selecteer "OFF" om de dimmer uit te schakelen.

18