Kleur Temperatuur

Om de witte kleur in het beeld in te stellen.

 

"Koel": Om de witte kleuren een blauwe tint te geven.

 

"Neutraal": Om de witte kleuren een neutrale tint te geven.

 

"Warm 1"/"Warm 2": Om de witte kleuren een rode tint te geven. De rode tint van

 

"Warm 2" is sterker dan van "Warm 1".

 

Tip

 

"Warm 1" en "Warm 2" kunnen alleen geselecteerd worden als "Beeldinstelling" is ingesteld

 

op "Gebruiker".

 

 

Beeldscherpte

Om de scherpte van het beeld te vergroten/verminderen.

 

 

Ruisonderdruk.

Hiermee onderdrukt u de beeldruis (sneeuw) in een zwak ontvangstsignaal.

 

"Auto": Om de beeldruis automatisch te onderdrukken (alleen in analoogmodus).

 

"Hoog"/"Midden"/"Laag": Om de sterkte van de ruisonderdrukking te wijzigen.

 

"Uit": Om Ruisonderdruk. uit te schakelen.

 

 

Advanced instell.

Om de beeldmodus nog gedetailleerder in te stellen. Als "Beeldinstelling" ingesteld

 

wordt op "Gebruiker", is het mogelijk deze instellingen te maken/wijzigen.

 

"Reset": Hiermee herstelt u alle geavanceerde video-instellingen naar de

 

fabrieksinstelling.

 

"Zwartcorrectie": Versterkt de donkere kleuren van het beeld om een groter contrast

 

te bewerkstelligen.

 

"Contrastoptimalisatie": Stelt automatisch aan de hand van de helderheid van het

 

scherm "Contrast" optimaal in. Deze instelling werkt vooral goed bij donkere

 

beelden, waardoor het beeld energieker overkomt.

 

"Gamma": Hiermee past u de balans tussen lichte en donkere delen van het beeld

 

aan.

 

"Helder wit": Benadrukt de witte kleuren.

 

"Live Colour": Hierdoor worden de kleuren levendig en worden heldere huidtinten

 

gereproduceerd.

 

Tip

 

Deze functie is alleen beschikbaar wanneer "Kleurenbereik" is ingesteld op "Uitgebreid".

 

"Kleurenbereik": Hiermee wordt het bereik van de kleuren gewijzigd.

 

"MPEG Ruisonderdr.": Vermindert de beeldruis in videomateriaal met MPEG-

 

compressie (alleen in digitaalmodus).

 

 

24 NL