U kunt de onderstaande opties selecteren in het menu Geluid. In "Navigeren in de menu's" (pagina 21) wordt beschreven hoe u de opties "Instellingen" selecteert.
Doel Ingangen | Hiermee selecteert u of alle gemaakte instellingen in het menu Geluid van |
| toepassing zijn op alle ingangssignalen of alleen op het ingangssignaal waar |
| momenteel naar wordt gekeken. |
| "Allen": Hiermee zijn de instellingen van toepassing op alle ingangssignalen. |
| "Alleen kijken": Hiermee zijn de instellingen alleen van toepassing op het huidige |
| ingangssignaal. |
|
|
Geluid Modus | Hiermee selecteert u de geluidsmodus. |
| "Dynamisch": Versterkt de hoge en lage tonen. |
| "Standaard": Voor een standaard geluidsweergave. Deze instelling wordt |
| aanbevolen voor home entertainment. |
| "Gebruiker": Voor geluid met een vlakke karakteristiek. Hiermee kunt u ook uw |
| favoriete instelling opslaan. |
|
|
Reset | Hiermee stelt u alle geluidsinstellingen, behalve "Geluid Modus", |
| "i Speaker Link" en "i Volume", terug op de fabrieksinstellingen. |
|
|
Hoge tonen | Hiermee past u geluiden met een hoge toonhoogte aan. |
|
|
Lage tonen | Hiermee past u geluiden met een lage toonhoogte aan. |
|
|
Balans | Hiermee stelt u de balans tussen de linker- en rechterluidspreker in. |
|
|
Auto volume | Hiermee zorgt u dat het volumeniveau gelijk blijft, zelfs wanneer het |
| geluidsvolume schommelt (bijvoorbeeld doordat reclames vaak luider zijn dan |
| programma's). |
|
|
Surround | Hiermee selecteert u de surroundfunctie. |
| "TruSurround XT": Voor surroundgeluid (alleen voor stereoprogramma’s). |
| "Simulated Stereo": Voegt een surroundeffect toe aan monoprogramma’s. |
| "Uit": Voor normale stereo- of |
|
|
gebruiken functies MENU De
Wordt vervolgd