3.13 BELLEN VANUIT HET TELEFOONBOEK
Een correspondent bellen wiens naam u in het telefoonboek heeft opgeslagen, doet u als volgt:
1.Druk op om het telefoonboek te openen
2.Voer de eerste letter van de naam in. De eerste naam die begint met deze letter of met de dichtstbij-
zijnde letter van het alfabet wordt nu getoond.
3.Doorloop de lijst met behulp van de toetsen en . De lijst wordt weergegeven in alfabetische
volgorde.
4.Druk op om het nummer te kiezen van de correspondent wiens naam wordt getoond.
Om het nummer te zien vooraleer u de oproep daadwerkelijk doet, voert u de vermelde stappen 1 tot 3
uit en drukt u op OK. Nu verschijnt het nummer. Met behulp van de toets kunt u het wijzigen
vooraleer u belt.
3.14 HET ALFANUMERIEKE TOETSENBORD GEBRUIKEN
Met uw telefoon kunt u ook alfanumerieke karakters invoeren. Dat is nuttig om een naam in te voeren,
om een intern toestel een naam te geven, …
Om een letter te selecteren drukt u het vereiste aantal keren op de bijhorende toets. Om bijvoorbeeld
een 'A' te selecteren, drukt eenmaal op '2', om een 'B' te selecteren drukt u tweemaal op '2', enz. Om
achtereenvolgens een 'A' en een 'B' te selecteren, wacht u tot de cursor na het invoeren van de 'A'
naar het volgende karakter springt. Daarna drukt u opnieuw op '2'.
Om een spatie te selecteren drukt u op '1'.
Om een streepje te selecteren drukt u tweemaal op '1'.
De karakters van het toetsenbord zijn als volgt:
Toets 1x 2x 3x 4x 5x
drukken drukken drukken drukken drukken
1 spatie - 1
2A B C 2
3D E F 3
4G H I 4
5J K L 5
6M N O 6
7P Q R S 7
8T U V 8
9W X Y Z 9
Butler 2505/2510
NEDERLANDS
17
HANDL. B2505_10.qxd 16/1/02 10:10 am Page 17