Linksys E1000
Allow Users to Disable Internet Access (Gebruikers
mogen internettoegang uitschakelen) Selecteer Enabled (Ingeschakeld) als u de mogelijkheid wilt hebben om geen internetverbinding toe te staan. In alle andere gevallen kiest u voor de standaardinstelling Disabled (Uitgeschakeld).
Back-up en herstel
Backup Configurations
Restore Configuration (Configuratie herstellen) Klik op deze optie en volg de aanwijzingen op het scherm om de routerconfiguratie te herstellen.‑ (U dient van tevoren een
Klik op Save Settings (Instellingen opslaan) om de wijzigingen door te voeren of klik op Cancel Changes (Wijzigingen annuleren) om de wijzigingen te annuleren.
Administration (Administratie) > Log (Logboek)
De router kan logboeken van al het verkeer van uw internetverbinding bijhouden.
Administration (Administratie) > Log (Logboek)
Logboek
Log (Logboek) Houd de standaardwaarde Disabled (Uitgeschakeld) aan als u deze functie niet wilt inschakelen. Selecteer Enabled (Ingeschakeld) als u toezicht wilt houden op het verkeer tussen het netwerk en internet. Als u de logboekfunctie hebt ingeschakeld, kunt u tijdelijke logboeken weergeven.
Klik op Save Settings (Instellingen opslaan) om de wijziging door te voeren of klik op Cancel changes (Wijzigingen annuleren) om de wijziging te annuleren.
View Log (Logboek weergeven) Klik op deze optie als u de logboeken wilt bekijken.
Log (Logboek) > View Log (Logboek weergeven)
Hoofdstuk 2: Geavanceerde configuratie
Logboek
•• Type Selecteer Incoming Log (Logboek inkomend verkeer), Outgoing Log (Logboek uitgaand verkeer), Security Log (Beveiligingslogboek) of DHCP Client Log
•• <Type> Log (<Type> logboek) In het Incoming Log (Logboek inkomend verkeer) wordt een tijdelijk logboek weergegeven van de
Klik op Save the Log (Logboek opslaan) om deze informatie op te slaan in een bestand op de vaste schijf van uw computer. Klik op Refresh (Vernieuwen) om de gegevens te vernieuwen. Klik op Clear (Wissen) om alle weergegeven informatie te wissen.
Administration (Administratie) > Diagnostics (Diagnostische gegevens)
Met de diagnostische tests (Ping en Traceroute) kunt u de verbindingen van de netwerkapparatuur controleren, met inbegrip van de internetverbinding.
Administration (Administratie) > Diagnostics (Diagnostische gegevens)
Diagnostische gegevens
Ping-test
Met Ping wordt de status van een verbinding getest.
IP or URL Address (IP- of
Packet Size (Pakketgrootte) Voer de pakketgrootte in die u wilt gebruiken. De standaardinstelling is 32 bytes.
Times to Ping (Aantal keer pingen) Geef op hoe vaak u de verbinding wilt testen. De standaardinstelling is 5.
Start to Ping (Ping starten) Klik op deze optie om de test te starten. Op het scherm Ping wordt weergegeven of de
26 |