Hoofdstuk 2
Controlelijst voor
Hoofdstuk 2: Controlelijst voor WLAN- beveiliging
Vanwege het gebruiksgemak en de gemakkelijke installatieprocedure worden er steeds meer draadloze netwerken opgezet in huizen die over een snelle internetverbinding beschikken. Deze netwerken maken gebruik van radiogolven voor de verzending van informatie en zijn daarom een gemakkelijk doelwit voor indringers. De signalen van uw draadloze netwerk kunnen worden onderschept, op dezelfde manier als bij mobiele of draadloze telefoons. Het is niet mogelijk om met fysieke maatregelen te verhinderen dat anderen verbinding met uw draadloze netwerk maken, maar u kunt uw netwerk wel op andere manieren beveiligen.
1.Standaardnaam of SSID van het draadloze netwerk wijzigen
Voor draadloze apparatuur wordt in de fabriek een naam voor het draadloze netwerk of SSID (Service Set Identifier) ingesteld. Dit is de naam van uw draadloze netwerk en deze mag maximaal 32 tekens lang zijn. Voor draadloze apparatuur van Linksys wordt standaard linksys als naam van het draadloze netwerk gebruikt. U kunt uw draadloze netwerk onderscheiden van eventuele andere draadloze netwerken in de omgeving door een unieke naam voor uw draadloze netwerk op te geven. Gebruik hiervoor geen persoonlijke informatie (zoals een fiscaal nummer), want deze informatie is zichtbaar voor iedereen die naar draadloze netwerken zoekt.
2.Standaardwachtwoord wijzigen
Als u de instellingen van draadloze apparatuur zoals access points en routers wilt wijzigen, wordt u om een wachtwoord gevraagd. In de fabriek wordt een standaardwachtwoord ingesteld voor deze apparatuur. Het standaardwachtwoord voor Linksys is admin. Hackers kennen deze standaardwaarden en kunnen deze gebruiken om toegang te krijgen tot uw draadloze apparatuur en uw netwerkinstellingen te wijzigen. U kunt deze onrechtmatige wijzigingen verhinderen door het wachtwoord van uw apparaat aan te passen, zodat onbevoegden dit moeilijk kunnen raden.
3.MAC-adresfiltering inschakelen
U kunt
alleen toegankelijk voor draadloze apparatuur met specifieke
4. Versleuteling inschakelen
De gegevens die via een draadloos netwerk worden verzonden, kunnen middels versleuteling worden beveiligd. Met
Versleuteling met WPA/WPA2 biedt een betere beveiliging van uw netwerk dan WEP, omdat
WEP is een oudere versleutelingsmethode die soms moet worden gebruikt voor oudere apparatuur waarop WPA niet wordt ondersteund.
Algemene richtlijnen voor netwerkbeveiliging
Beveiliging van draadloze netwerken is alleen effectief als ook het onderliggende netwerk is beveiligd.
•• U kunt alle computers van het netwerk beveiligen met een wachtwoord. Bovendien kunt u bestanden met gevoelige informatie ook nog afzonderlijk beveiligen met een wachtwoord.
•• Wijzig de wachtwoorden regelmatig.
•• Installeer antivirussoftware en persoonlijke firewallsoftware.
•• Schakel het delen van bestanden
Aanvullende beveiligingstips
•• Houd draadloze routers, access points en gateways uit de buurt van buitenmuren en ramen.
•• Schakel draadloze routers, access points en gateways uit wanneer u ze niet gebruikt ('s nachts, tijdens uw vakantie).
•• Gebruik sterke wachtzinnen van ten minste acht tekens. Gebruik geen woorden uit het woordenboek, maar een combinatie van cijfers en letters.
INTERNET: meer informatie
2 |