
Foto’s maken—Belichting
Bracketing
Bij de D2H zijn drie soorten bracketing mogelijk: belichtingsbracketing, flitsbracketing en witbalansbracketing. Bij belichtingsbracketing varieert de camera bij elke opname de belichtingscorrectie, terwijl bij flitsbracketing bij elke opname de flitsintensiteit wordt gevarieerd (alleen bij de standen 109, 111). De camera produceert slechts één foto wanneer u op de ont- spanknop drukt. U moet daarom diverse (maximaal negen) opnamen maken om de bracketingreeks af te maken. Belichtings- en flitsbracketing worden aanbevolen voor situaties waarin u het moeilijk vindt om de belichting in te stellen, maar geen tijd heeft om het resultaat te controleren en de instellingen na elke opname te wijzigen.
Bij witbalansbracketing produceert de camera meerdere beelden wanneer u op de ontspanknop drukt, elk met een andere witbalans ( 51). U hoeft dus maar één opname te maken om de bracketingreeks af te maken. Witbalansbracketing wordt aanbevolen wanneer u onder gemengde lichtbronnen fotografeert of wanneer u wilt experimenteren met verschillende witbalansinstellingen. U kunt witbalansbracketing
niet gebruiken bij een witbalansinstelling van (Choose color temp.) of
(pre- set), of bij een beeldkwaliteit van NEF (Raw), NEF+JPEG Fine, NEF+JPEG Normal of NEF+JPEG Basic.
Belichtings- en flitsbracketing
1 Selecteer bij Persoonlijke Instelling e5 (Auto BKT set; 196) het soort bracketing dat u wilt uitvoeren.
Kies AE & flash om zowel de belichting als de flitsin- tensiteit te variëren (de standaardinstelling), AE only om alleen de belichting te variëren en Flash only om alleen de flitsintensiteit te variëren.
CSM MENU e5 Auto bracketing set
AE & flash
AE only
Flash only
WB bracketing | OK |
2 Druk de knop in en draai de hoofdinstelschijf rond om het aantal opnamen in de bracketingreeks in te stellen (
98