Ne
129
Windows®95 / 98 en NT®(vervolg)
Visuele controle – Hoe weet ik op welke poort ik sta?
Wanneer de Bitronics schakelmodule in normale scanmodus staat, springen
de leds tussen de computerpoorten op en neer. Wilt u de software in actie
zien, dan drukt u op de knop COMPUTER om de verbinding met de
computerpoort te zien. Druk op de COMPUTER poort totdat de leds bij 1
oplichten en u ziet welke apparaatpoort momenteel aangesloten is. Staat
deze in File Transfer modus dan zijn de leds van de computerpoort groen
verlicht en de leds van de apparaatpoorten uitgeschakeld. Klik vervolgens
op het Bitronics pictogram op de statusbalk en wijzig de poorten. U ziet nu
dat de led van de Bitronics schakelmodule de gekozen poort aanwijst.
Parallel aangestuurde apparaten (geen printers ofmassageheugens) samen met een printer gebruiken.
Wanneer andere parallel aangestuurde apparaten gezamenlijk gebruikt
worden, zijn de instellingen gelijk aan die voor scanners in het hiervoor bij
stap 7 aangegeven. Voorbeelden hiervan zijn scanners, parallel
aangestuurde camera’s en tapestations. Wilt u een van deze apparaten
activeren, klik dan eenmaal op het Bitronics pictogram op de statusbalk en
kies het apparaat dat u wilt gebruiken. Een vinkje geeft aan met welk
apparaat verbinding is gemaakt. In dit voorbeeld zijn een scanner en een
printer op de Bitronics schakelmodule aangesloten.
U blijft onbeperkt op het scannerapparaat aangesloten. Wanneer u
echter de Ink Jet printer activeert, schakelt de software weer
automatisch over naar de poort waarop de printer staat en stuurt de
afdruktaak daarheen. De schakelmodule blijft nu verbonden met de
printer en schakelt niet terug naar de scanner, in tegenstelling tot het
hiervoor vermelde massageheugen. Dit betekent dat u deze methode
moet volgen telkens als u de scanner gebruikt.
P73046_F1U128nKIT_univ_man.qxd 4/28/00 2:19 PM Page 129