114
ZORG EERST DAT ELK APPARAAT AFZONDERLIJK CORRECT MET ELKE
COMPUTER SAMENWERKT VOORDAT U DE BELKIN BITRONICS SOFT-
WARE INSTALLEERT. VOLG STIPT DE ONDERSTAANDE PROCEDURE
VOOR HET AANSLUITEN VAN DE BITRONICS SCHAKELMODULE OP DE
COMPUTERS EN DE INSTALLATIE VAN DE SOFTWARE!
1. Zorg dat de printerpoort van uw computer is ingesteld op ‘ECP’ modus.
Hiervoor moet u de BIOS of CMOS setup van uw computer benaderen.
De wijze waarop verschilt van computer tot computer. Raadpleeg hiervoor
de handleiding van uw computer, de betreffende helpdesk of de
betreffende website. Omdat de BIOS setuproutine voor elke computer
verschillend is, heeft het geen zin hiervoor de Belkin helpdesk te bellen.
Raadpleeg het aanhangsel aan het slot van deze handleiding voor
informatie over verschillende typen computers.
Enige ogenblikken nadat u uw computer hebt ingeschakeld en u de eerste
pieptonen hoort, verschijnt de BIOS prompt voor de setuproutine.
Nogmaals, dit verschilt van computer tot computer. Raadpleeg het
aanhangsel van deze handleiding en/of de handleiding van uw computer
voor informatie over de juiste werkwijze. Gewoonlijk krijgt u een melding
als volgt: ‘PRESS DEL TO ENTER SETUP’ of ‘PRESS F2 TO ENTER SETUP’
(of een Nederlandse versie daarvan). Mogelijk moet u in het setup-
programma op onder ‘Integrated Peripherals’ of ’Peripheral Setup’ een
keus maken. Zoek dan de aanduiding ’Parallel Port Type’ of ’LPT Port
Type’ op en verander deze instelling in ‘ECP’ of ‘ECP/EPP’. Sla de nieuwe
instelling op en sluit af. Bij opnieuw starten zal Windows®wellicht nieuwe
hardware aantreffen en om de Windows®cd-rom vragen. Zorg dat deze
klaar ligt.
2. Zorg dat de software en de stuurprogramma’s voor de gemeenschappelijk
te gebruiken apparaten op alle computers correct geïnstalleerd zijn.
Wilt u bijvoorbeeld met twee computers een Zip®Drive en een printer
gezamenlijk gebruiken, dan moet u eerst de Zip®drive stuurprogramma’s
op de eerste PC aansluiten en installeren. Zorg dat de Zip®Drive op die
PC perfect werkt en herhaal dan dezelfde installatieprocedure bij de
tweede PC. Volg dezelfde procedure om ook de printerdrivers op de
beide PC’s te installeren. Hierdoor beschikken alle PC’s over correct
geladen stuurprogramma's Elke PC kan nu afzonderlijk elk van beide
apparaten probleemloos activeren alsof deze individueel op de PC
aangesloten zijn.
Windows®95 / 98 en NT®
P73046_F1U128nKIT_univ_man.qxd 4/28/00 2:19 PM Page 114