|
|
|
|
|
| Vervolg |
|
Weergavevenster van de display |
|
|
|
|
|
| |
| 1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 |
|
7 | 8 | 9 |
|
| p | q | Nederlands |
|
|
|
De getallen tussen haakjes verwijzen naar de bladzijde’s in deze handleiding waar u meer informatie over de desbetreffende knop of toets aantreft.
De voorzijde van de eenheid
1De toets STANDBY/ON en het lampje STANDBY (9)
2 De toets ECO (9)
3 De toets CLOCK/TIMER (9, 21 – 23)
4 De toets DISPLAY (9)
5 De toetsen PRESET +/– (11)
De toetsen 4/¢ (achteruit/vooruit zoeken)
(9, 15 – 17, 21 – 23)
6 De toets 7(Stop) (14 – 20)
7 De toetsen TUNING +/– (11)
De toetsen 1/Á (snel terugspoelen/snel vooruit
spoelen) (15, 18)
8 Weergavevenster van de display
9 De sensor voor de afstandsbediening
p De toets TAPE 3en bijbehorend lampje (9, 18, 20) Als u op deze toets drukt, wordt de eenheid tevens
ingeschakeld.
q De toets CD 6(play/pause) en bijbehorend lampje (9, 14 – 16)
Als u op deze toets drukt, wordt de eenheid tevens
ingeschakeld.
w De toets FM/AM en bijbehorend lampje (9, 11) Als u op deze toets drukt, wordt de eenheid tevens
ingeschakeld.
e De toets AUX en bijbehorend lampje (9)
Als u op deze toets drukt, wordt de eenheid tevens
ingeschakeld.
r
t De toets REPEAT (14, 15, 17) De toets PROGRAM (16)
De toets RANDOM (17)
y De toets REC START/STOP (19) De toets CD REC START (20)
De toets DUBBING (20) u De toets TAPE A (18)
De toets TAPE B (18)
i Deck A (Cassettecompartiment) (18, 20)
Als u op de toets 0 EJECT drukt, wordt het compartiment
geopend. o Carrousel
;De toets 0 (Carrousel openen/sluiten) (14 – 17)
Als u op deze toets drukt, wordt de eenheid tevens ingeschakeld.
aDe toets DISC CHANGE (14, 15)
sDe
Als u op een van deze toets en drukt, wordt de eenheid
tevens ingeschakeld.
dDe toets SET (9, 11, 16, 21 – 23)
fDe toets CANCEL/DEMO (8, 9, 16, 22, 23) g De knop SOUND MODE (10)
h De knop VOLUME (10)
j De knop SUBWOOFER LEVEL (10) k De toets
•De toetsen DISPLAY MODE, PTY/EON en SELECT +/– l Deck B (Cassettecompartiment) (18 – 20)
Als u op de toets EJECT 0drukt, wordt het compartiment geopend.
Weergavevenster van de display
1De indicators voor de timers
•De indicators DAILY (dagelijks), REC (opnemen) SLEEP (slaapstand) en
2De indicators voor de werking van het cassettedeck
• De indicators A/B (actieve cassettedeck), REC
(opnemen) en 2 3(richting van de cassette)
3De indicators voor de afspeelmodus van de
•De indicators REPEAT (herhalen: 1, 1 DISC, ALL DISC), PRGM (programma) en RANDOM
(willeleurige volgorde)
4De indicators voor de tuner
•De indicators MONO en ST (stereo) 5 De indicator SOUND MODE
6
7 Indicators voor volumeniveau, subwooferniveau en
geluidsmoduspatroon
8 De indicator SUBWOOFER LEVEL
9 De indicators voor de
•Geeft o.a. de naam van de afspeelbron en frequentie aan. q De indicators voor de
•De indicators RDS, EON en TA