Werken met aangepaste geluidsmodi (SCM)

U kunt voor elke afspeelbron een aangepaste geluidsmodus selecteren en vastleggen. Dit is

mogelijk dankzij de voorziening met de naam

“Advanced SCM (Sound Control Memory)”.

De geluidsmodi selecteren en opslaan

Als u een geluidsmodus hebt geselecteerd, wordt deze in het geheugen opgeslagen en steeds opnieuw opgeroepen wanneer u dezelfde afspeelbron selecteert. De geluidsmodus wordt dan tevens op de display weergegeven.

Voor elk van de volgende geluidsbronnen kan een geluidsmodus worden opgeslagen —FM1, FM2, FM3, AM en CD.

Als u de geluidsmodus van uw keuze niet voor elke geluidsbron apart wilt instellen, maar wel elke geluidsbron dezelfde geluidsmodus wilt toekennen, verwijzen we u naar de instructies in de paragraaf “Advanced SCM annuleren —SCM LINK” op bladzijde 17.

De geluidsmodus van uw keuze selecteren.

SCM

Elke keer wanneer u op de

 

 

toets drukt, verandert de

 

geluidsmodus en wel als volgt:

SCM OFF BEAT SOFT POP

SCM

Bijv.: Als u “BEAT” aanpast

Als voor “SCM LINK” de instelling “LINK ON” is geselecteerd, kan de geselecteerde geluidsmodus voor de huidige afspeelbron in het geheugen worden opgeslagen en zal het effect alleen op de huidige afspeelbron van toepassing zijn.

Als voor “SCM LINK” de instelling “LINK OFF” is geselecteerd, is de geselecteerde afspeelmodus op elke afspeelbron van toepassing.

Indicatie

Voor:

Vooraf ingestelde

 

 

 

waarden

 

 

 

 

 

 

 

 

BAS

 

TRE

LOUD

 

 

 

 

 

 

SCM OFF

(Vlak geluid)

00

 

00

ON

 

 

 

 

 

 

BEAT

Rock- of

+02

 

00

ON

 

discoritme

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

SOFT

Rustige

+01

 

–03

OFF

 

achtergrond-

 

 

 

 

 

muziek

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

POP

Lichte muziek

+04

 

+01

OFF

 

 

 

 

 

 

De geluidsmodi oproepen

Als voor “SCM LINK” de instelling “LINK ON”, selecteer de afspeelbron.

Elke keer wanneer u een

 

FM

andere afspeelbron selecteert,

 

 

 

NEDERLANDS

 

 

gaat de SCM-indicator op de

 

 

 

CD

 

display knipperen.

 

 

 

 

AM

 

 

 

 

 

SCM

 

De geluidsmodus die voor de geselecteerde afspeelbron in het geheugen ligt opgeslagen wordt opgeroepen.

Opmerkingen:

U kunt de vooraf ingestelde geluidsweergave wijzigen en in het geheugen opslaan.

Meer bijzonderheden over het aanpassen en opslaan van uw eigen geluidsinstellingen treft u aan in de paragraaf “Geluidsweergave aanpassen en opslaan” op bladzijde 16.

Als u de versterkingsfactor voor de hoge of lage tonen wilt aanpassen of de geluidsterktefunctie tijdelijk wilt uitschakelen, verwijzen we u naar de instructies op bladzijde 14. (De aanpassingen die u hebt aangebracht, worden geannuleerd zodra u een andere geluidsbron selecteert).

15