CD-wisselaar
Voor de
Als u net zo vaak op de toets CONTROL hebt gedrukt tot “CDDSC” op de display is verschenen, kunt u de volgende handelingen verrichten met een
Voor de RX-7032VSL:
Nadat u op de toets CD DISC hebt gedrukt, kunt u de volgende handelingen verrichten met een
3:Hiermee start u het afspelen.
4: Hiermee gaat u naar het begin van de huidige (of vorige) track.
¢: Hiermee gaat u naar het begin van de volgende track.
7:Stoppen van weergave of opname.
8:Hiermee onderbreekt u het afspelen. Druk op de toets 3 om het afspelen te hervatten.
1 – 6, 7/P: Hiermee selecteert u het nummer van een CD die in de wisselaar is geplaatst.
Nadat u op de toets CD hebt gedrukt, kunt u de volgende handelingen verrichten met een
1 – 10/0, +10: Met deze cijfertoetsen kunt u een track selecteren. Druk voor track 5 op de toets met het cijfer 5. Druk voor track 15 op +10 en daarna op 5.
Druk voor track 20 op +10 en daarna op 10/0.
Druk voor track 30 op +10, daarna op +10 en tot slot op 10/0.
Voorbeeld:
•
Voor de
1.Druk herhaaldelijk op de toets CONTROL tot de vermelding “CDDSC” op de display wordt weergegeven, en druk vervolgens op 4.
2.Druk op de toets CD en druk vervolgens op +10 en 2.
Voor de RX-7032VSL:
1.Druk op CD DISC en vervolgens op 4.
2.Druk op CD en vervolgens op +10, 2.
Indien u een
kunt u de volgende bedieningen met de 10 cijfertoetsen uitvoeren na een druk op CD.
1.Kies een
2.Kies vervolgens het
3.Start de weergave.
Voorbeelden:
•Kiezen van
Druk op 3, vervolgens op 0, 2 en dan op 3.
•Kiezen van
Druk op 1, 0, vervolgens op 0, 5 en dan op 3.
•Kiezen van
Druk op 1, 0, 5, vervolgens op 1, 2 en dan op 3.
Draaitafel | |||||||||
Nadat u op de toets PHONO hebt gedrukt, kunt u de |
|
| ONLY | ||||||
|
|
|
|
|
|
|
|
| |
volgende handelingen verrichten met een draaitafel: |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
3: Hiermee start u het afspelen.
7: Hiermee stopt u het afspelen.
CD-recorder
Voor de
Voor de
3:Hiermee start u het afspelen.
4:Hiermee gaat u naar het begin van de huidige (of vorige) track.
¢:Hiermee gaat u naar het begin van de volgende track.
7:Stoppen van weergave of opname.
8:Hiermee onderbreekt u het afspelen. Druk op de toets 3om het afspelen te hervatten.
1 – 10/0, +10: Met deze cijfertoetsen kunt u een track selecteren. Druk voor track 5 op de toets met het cijfer 5. Druk voor track 15 op +10 en daarna op 5.
Druk voor track 20 op +10 en daarna op 10/0. Druk voor track 30 op +10, daarna op +10 en tot slot op 10/0.
REC PAUSE: Door een druk op deze toets wordt de opnamepauzemodus geactiveerd.
Druk nogmaals op deze toets en dan op 3 om de opname voort te zetten.
Cassettedeck
Voor de
Voor de
3:Hiermee start u het afspelen.
REW: Hiermee spoelt u de cassette van rechts naar links.
FF:Hiermee spoelt u de cassette van links naar rechts.
7:Stoppen van weergave of opname.
8:Hiermee onderbreekt u het afspelen. Druk op de toets 3.
REC PAUSE: Door een druk op deze toets wordt de opnamepauzemodus geactiveerd.
Druk nogmaals op deze toets en dan op 3 om de opname voort te zetten.
MD-recorder
Nadat u op de toets TAPE/MD hebt gedrukt (of de vermelding “TAPE*” hebt geselecteerd nadat u herhaaldelijk op de toets CONTROL hebt gedrukt), kunt u de volgende handelingen verrichten met een
3:Hiermee start u het afspelen.
4:Hiermee gaat u naar het begin van de huidige (of vorige) track.
¢:Hiermee gaat u naar het begin van de volgende track.
7:Stoppen van weergave of opname.
8:Hiermee onderbreekt u het afspelen. Druk op de toets 3.
REC PAUSE: Door een druk op deze toets wordt de opnamepauzemodus geactiveerd.
Druk nogmaals op deze toets en dan op 3 om de opname voort te zetten.
*Door “TAPE” te kiezen kunt u de
Nederlands
Opmerking:
U kunt de bronkeuzetoetsen of de betreffende bedieningstoets (CONTROL voor de
45